KERKELIJKE OP KERKGENOOTSCHAPPELIJKE ZENDING?

253

meende men, zou men een vereenigingspunt vinden tusschen zonen van 't zelfde huis, maar die in verschillende kerkgenootschappen woonden, en in het werk der Zending zou het, zoo dacht men, nu eens recht openbaar worden, hoe, wat overigens broeders ook scheiden mocht, zij in Christus en in den arbeid ter Zijner eere toch eigenlijk één waren. Te begrijpen is het dan ook, dat bij de eerste samenkomst vau het Londensch Genootschap Dr. Bogue verklaarde: „Ziet ons hier vergaderd om de uitvaart te vieren van de Kerkelijke bigotterie; moge zij zoo diep worden begraven, dat niet een enkel stofje van haar ooit weer te voorschijn kome van onder haren grafheuvel." *)

Helaas, deze wensch werd niet vervuld. Het genootschap ter verbreiding van het Evangelie in vreemde gewesten ging langzamerhand over tot kerkelijk formalisme en in 1799 werd daarnevens het Kerkelijk Zendelinggenootschap (Church Missionary Society) gesticht. En thans hebben in Engeland de Baptisten en de Independenten, de Wesleyanen en de Evangelische Anglicanen, en de Hoogkerkelijken, ieder hun eigen genootschap, met meer of minder strenge aansluiting aan elks belijdenisschriften.

Ook in Duitschland, waar Lutheranen, Gereformeerden en zelfs leden van Rome's kerk zich eerst in broederlijke liefde samen tot dezen arbeid der liefde verbonden hadden, ontstond na verloop van tijd eene scheiding in vereenigingen met bepaalde kerkgenootschappelijke kleur.

En ons vaderland, helaas het weet mede van deze dingen te spreken, In plaats, dat allen, die den Christus belijden als hunnen eenigen en volkomenen Zaligmaker, die door zijn bloed hen heeft gekocht, zich vereenigen en handen en harten samen verbinden in den arbeid der Zending, is ook hier het verschillend dogmatisch stand-

1) Zie Ostertag t. a. p. blz. 42,