274

HET AVONDMAAL VAN LEONARDO DA VINCI.

Barthohmeus (of Nathanael) die aan dezen kant de aatste plaats inneemt, is een staande figuur. Onwillekeurig denkt men dat zijn stand wat heel bedaard is. De duitsche kunstkriticus Springer weet dan ook te verzekeren dat die voeten van Bartholomeus over elkander gekruisd, gelijk zij hier worden waargenomen, nooit van Da Vmci afkomstig zijn.

Voorovergebogen over de tafel steunt hij zijn lichaam met de beide armen. Belangstelling in hetgeen de geliefde Meester wellicht te duchten heeft is in geheel het bovenlijf uitgedrukt, nogtans toont zijn aangezicht te veel overleg, dan dat hij in staat zou zijn zich te leenen tot eenige handeling alvorens van de zaak ten volle verzekerd te zijn.

Links van Christus zien wij de zes overige apostelen, weder m tweejgroepen te onderscheiden.

Hier zijn 't Jacobus, de broeder van Johannes, Thomas en Filippus, die de eerste groep uitmaken.

Sommigen hebben hier Jacobus in Thomas en Thomas in Jacobus willen zien. Er bestaan copiën waar de linkerhand van den persoon, die hier naast Jezus gezeten is, zes vingers telt. En daarin wil men dan het bewijs vinden dat da Vinei in dezen Apostel, Thomas gezegd Didymus, dat is tweeling, daar hij ée'nen vinger tweemaal had, heeft afgebeeld. Doch een teekening in 't museum te Venetië van Da Vinci, en wier echtheid welgestaafd mag heeten, schijnt deze zaak voldoende op te helderen. Op die oorspronkelijke teekening wordt men in de onmiddelijke nabijheid van de evenbedoelde hand, een gedeelte van de hand van den volgenden apostel gewaar, die op de tafel naar een mes wil grijpen. En zoo kan men 't zich licht verklaren dat het, bij het jammerlijk bederf der schilderij, dezen of genen copiïst toescheen alsof die eene hand zes vingers telde. De vinger was