276

HET AVONDMAAL VAN LEONARDO DA VINCI.

deze, de twijfelaar maar uit behoefte aan zekerheid — hij heeft 'tdan 't eerst gevonden, wie door Jezus bedoeld moet zijn, en vangt reeds aan Judas door zijn vinger bekentenis af te dwingen en te dreigen.

De blik van den verrader is ook langs den Heer heen op Thomas gevestigd.

Deze uitlegging van den opgeheven vinger van den apostel Thomas is wel de meest natuurlijke en eenvoudige Intusschen zou hij volgens anderen met zijn vinger op Jezus doelen, als wilde hij te kennen geven: wat zijn dat nu weer voor dingen die ik hoor? Dan ware het eenigermate een herhaling van 't woord der bestraffing, waartoe zich Petrus eens jegens den Heer had laten verleiden: Heer, wees u genadig, dat zal u geenszins geschieden! Maar hoe ernstig die leerling toen afgewezen was, kon Thomas nog bezwaarlijk vergeten zijn. Daarbij, hoe menigmaal had de Heer sedert van zijn naderend lijden gesproken, zoodat wij mogen aannemen dat dit nu toch eenigermate ingang gevonden had.

Wanneer de hand van Thomas twijfel zou te kennen geven aan 't droevig lot dat den Heer wacht, of aan diens profetie met betrekking tot den verrader, dan dunkt mij die te sterk aan den dag gelegd om hier betamelijk plaats te kunnen vinden. De droefenis van Christus zal zelfs geen Thomas van zoo nabij durven wraken. Daarentegen doet zijn bedreiging van den verrader een kostelijke werking, en ons gevoel van rechtvaardigheid, dat zulke misdaad straf eischt, vindt zich bevredigd.

De derde van deze groep is Filippus, die een reine ziel onder zijn schoone vormen bergende, met de handen

1) Ook Goethe ziet in den opgeheven vinger twijfel en nadenken, geen bedreiging.