52!

JAK0B PAULLI.

handen, en daaronder de heerlijke noodiging, Mattb. 11:23: „Kommer hid til Mig!" Een tien- of twaalftal schreden vóór de nis ziet gij den onvolprezen schoonen witmarmeren „Daabes-Engel", een engel in geknielde houding liggende, die in beide handen het doopbekken in den vorm van een ontzaggelijken paarlschelp draagt. Marmeren rozen zijn den engel door het haar gevlochten en het gelaat is vol uitdrukking. Behalve het verhevene Christusbeeld in zijne houding vol majesteit en voorkomendheid, vallen bij het doorwandelen der Basilika ter regter en linkerzijde telkens zes Apostelbeelden u in het oog. Judas vindt gij er niet, diens plaats is door Paulus ingenomen. Deze twaalf marmerbeelden , waarvan Paulus in bewerking de kroon spant, (geheel het werk van Thorvaldsen zelf) zijn door den meester te Rome van 1821—27 gemodelleerd, en grootendeels door zijne leerlingen onder zijn toezigt gebeeldhouwd. Wie Kopenhagen bezoekt, zal wèl doen ter bestudeering dier kostelijke beeldengroepen meer dan eens de Vrouwenkerk binnen te treden. Aan die Vrouwenkerk nu is Jakob Paulh prediker en tevens is hij biechtvader („confessionanus") des konings. Op een der Juni-Zondagen des vorigen jaars mogt ik hem, den levenden Apostel, met de zwarte toga en den witgesteven Deenschen breeden halskraag om, daar zien staan in de nabijheid der steenen Apostelen. Zijne prediking is eenvoudig en indrukwekkend, voorafgegaan en gevolgd door het aangrijpend kerkelijk koorgezang, waartoe zich de zangerige liefelijke Deensche taal zoozeer leent. Deze Paulli heeft een zeer merkwaardig boek geschreven , dat, veertien godsdienstige overdenkingen behelzende, onder den titel: „Aus dem Reich der Gnade" door O. Gleiss uit het Deensch werd vertaald. Deze Duitsche uitgave zag het licht bij Justus Naumann te Leipzig 1884. Terwijl de Deensche Theo-