1022

DE ORDE DER JEZUÏTEN.

die den vrede en de rust der Christenheid niet weinig verstoorden; dat, trots de daartegen aangewende maatregelen, bijna de gansche wereld al meer en meer met de ergerlijkste twisten vervuld werd, naar aanleiding van eene leer, door velen beschouwd als even vijandig aan het ware geloof als aan de goede zeden; dat uit- en inwendige tweespalt steeds meer en meer de overhand namen, en men der orde inzonderheid eene onmatige begeerte naar rijkdom toeschreef; dat hare leden zich toelegden op het in praktijk brengen van beginselen, door den apostolischen stoel teregt afgekeurd; dat alzoo op onderscheidene plaatsen opstand, burgertwist ») en allerlei ergerlijke tooneelen zich vertoonden, die onder de geloovigen den geest van partijzucht, haat en vijandschap op het heftigste aanstookten. — Ja: dat het gevaar zoo hoog geklommen was, dat zij zelfs, wier genegenheid voor de Orde van oudsher overbekend was, de Koningen van Frankrijk, Spanje, Portugal en Sicilië, zich hadden genoodzaakt gezien, de leden van het Gezelschap uit hunne staten te verwijderen, daar, naar hunne overtuiging, dit uiterste middel niet te vermijden was, wilde men den strijd onder de christenvolken en de inwendige verdeeldheid der kerk niet nog meer voeden. — Ja: dat dit middel zelfs nog niet voldoende bevonden was , zoo niet tegelijkertijd de Orde ganschelijk en overal werd opgeheven."

Er is geene godsdienstige Orde tegen wie, en dat te regt, zulke zware beschuldigingen ooit zijn ingebragt; en toch beleven wij het opmerkelijke verschijnsel, niet alleen van hare herstelling, maar ook van hare steeds stijgende magt.

In de vorige eeuwen waren de andere godsdienstige

1) Denk aan Zwitserland in 1847 en 1848.