NIC0LAA8 LENAU.

dan zij waard was. De liefde der dochter was blind voor het gevaar, doof voor den raad der moeder. Het huwelijk werd voltrokken en na de geboorte van twee dochters zag onze Nicolaas het levenslicht. Het was op 13 Aug. 1802. Hij heette Nicolaas Frans — Frans naar zijnen vader, Nicolaas naar Nicolaas Bell koninklijk rentmeester te Csatad, de toenmalige woonplaats zijner ouders. Het is alsof hij de ellende als peetgeschenk meekreeg. Nicolaas Heil eindigde zijn leven in rampzaligen dood. Slechts een enkele maal trad onze Lenau als dichter op onder zijnen naam Nicolaas Frans von Niembsch. Zijn grootvader had den titel Ridder von Strehlenau ontvangen. De klemzoon, met wien dit adellijke geslacht ten grave zoude dalen bleef in zijne pseudonymiteit der waarheid dicht nabij en koos de laatste twee lettergrepen van dien adellijken titel tot zijnen dichter-naam.

Slechts vijf jaar lang behield hij zijnen vader. Het ware bange jaren voor zijne jammerlijk bedrogen moeder. Eén staaltje uit vele. Haar oudste kind was gevaarlijk krank. De vader ijlde uit het dorp naar de stad Temeschwar, om eenen beroemden arts ter hulp te roepen. De moeder waakt en wacht bij het ziekbed der kleine en telt de oogenblikken. De ziekte klimt, de angst vermeerdert — er is geen tijd meer te verliezen — de vader blijft weg en geen geneesheer verschijnt. De dood nadert — te vergeefs gewacht — geen hulp daagt op — het is te laat, het kind sterft in de armen der wanhopige moeder. Daar wordt de deur open gedaan. Maar wat? . .. de vader niet, geen arts ook — maar twee vreemde mannen, en — wat is het doel hunner komst? — zij eischen van de moeder, de handen wringend bij het lijk van haar kind, dat zij zich verbinden zal tot de betaling van 17000 florijnen, door den gewetenloozen vader in dien eigen •avond in de stad, waar hij geneeskundige hulp zoude