HETGEEN HET NAGESLACHT TAN HEM ZOT7 nimirrcivr.

deze het voorbeeld onzer voorvaderen volgende, het door mijn toenmaligen stiefzoon Tib. Nero, te laten geven aan Tigranes, den zoon van koning Artavasdis en kleinzoon van koning Tigranes. Toen ditzelfde volk naderhand afvallig werd en rebelleerde, heb ik het weder onderworpen hebbende door mijn zoon Gajus, ter besturing gegeven aan Ariobarzanes, den zoon van den Medischen koning Artavasdes, en na diens dood aan zijn zoon Artavasdes. En toen deze gedood was, zond ik Tigranes, die uit het koninklijk geslacht der Armeniërs was gesproten, als koning naar dit land. Alle provinciën ten Oosten van de Adriatische zee, en Cyrene, waarvan verschillende koningen zich reeds voor een groot deel meester gemaakt hadden , en het vroeger in den slavenoorlog bezette Sicilië en Sardinië heb ik heroverd.

XXVIII. Soldatenkoloniën heb ik gesticht in Afrika, op Sicilië, in Macedonië, de beide Hispaniën, Achaja, Azië, Syrië, Narbonensisch Gallië, en Pisidië. En Italië bezit 28 door mij uitgezonden koloniën, die gedurende mijn leven in grooten bloei en zeer bevolkt waren.

XXIX. Verscheidene veldteekenen, door andere aanvoerders verloren, heb ik, na de vijanden overwonnen te hebben, teruggekregen, uit Spanje, uit Gallië en van de Dalmatiërs. De Parthen dwong ik den buit en de veldteekenen van drie Romeinsche legers, aan mij uitte leveren, en als smeekelingen de vriendschap van het Romeinsche volk te vragen. En deze teekenen heb ik in het binnenste heiligdom van den tempel van Mars Wreker neergelegd.

XXX. De volken der Pannoniërs, tot welke voor mijn bewind nimmer een leger van het Romeinsche volk was doorgedrongen, heb ik, nadat zij door mijn toenmaligen stiefzoon en legaat Tib. Nero overwonnen waren, aan het gezag van het Romeische volk onderworpen, en de

r