VRAGEN OVER BIJBEL CR ITIEK.

Oinneken, Januari 1894.

Amice!

Ingevolge mijne belofte wil ik uwen laatsten brief thans beantwoorden.

Uwe belangstelling in alles, wat de H. Schrift, de Kerk en de theologie aangaat, geeft mij vrijmoedigheid om dit wat uitvoeriger te doen, dan wij dat in onze voor mij zoo aangename correspondentie gewoon zijn.

Uwe verschillende vragen raken allen het stuk in het Novembernummer der Stemmen voor W. en Vr. 1893 van Prof. Dr. G. Wildeboer: Iets over beginselen en resultaten van het historisch-kritisch onderzoek des Ouden Verbonds.

Vergun mij die vragen te splitsen:

1° in die over de Boeken-zelven en den Kanon, waarin zij tot ons zijn gekomen;

2° over de geloofwaardigheid van de verhalen, daarin vervat in verband met de afwijking van de oude overlevering omtrent de plaatsing der Bijbelboeken naar tijdsorde;

3° over den invloed van een en ander op ons dogmatisch begrip van de ijH. Schriften als oorkonden der Goddelijke openbaring.