DE ZENDING EN HET LIED.

Dat nieuwe lied brengt de zending. En het is hierop, dat wij u wijzen in de tweede plaats.

De zending kan haar arbeid niet volbrengen zonder lied. Slechts zelden gaat een zendeling uit zonder eenig muziek-instrument meê te nemen uit het vaderland.

Hij heeft er behoefte aan, zich het eigen hart te sterken door de gezangen aan te heffen, die hij in zijn jeugd heeft geleerd, en waarin hij zoo dikwerf de gemeente haar ziel hoorde uitstorten voor den Heer. Het lied vergezelt hem op zijn eenzame tochten door woestenijen , of over de wateren; het sterkt hem bij den arbeid, het troost hem als hij zich verlaten gevoelt.

Het gezang trekt de aandacht der heidenen. Meer dan eens heeft een zendeling, als een andere Orpheus, zyn leven gered, en de wilden tot bedaren gebracht door luide een lied te zingen.

Zoodra de evangelie-boden dan ook de taal van het volk, in welks midden zij arbeiden genoegzaam meester zyn, brengen zij daarin geestelijke liederen uit hun moedertaal over.

leder volk moet het evangelie in zyn eigen taal hooren verkondigen, maar ook in zyn eigen taal de groote daden Gods zingen. Zou 'tniet een zonderlingen indruk maken, indien wij onze geestelijke liederen zongen in een andere taal dan de onze? 't Zou een bewijs zyn, dat het evangelie ons vreemd was gebleven, en voor een grooter of kleiner deel omging buiten ons innigst leven. Een Batakker, een Kaffer, een Papoe moet in zyn moedertaal den Heer zingende verheerlijken.

Een gewezen heidensch volk, dat in zyn taal God en den Heer Jezus lofzingt, is inderdaad een merkwaardige overwinning, door het Evangelie behaald. En, Gode zij dank, op velen van die overwinningen zouden wij u kunnen wijzen.