DE CHRISTELIJKE SOCIALE TTHIE.

lijke arbeiders tot gemeenscbappelijken dienst vereenigd" te vormen, en als zij aandeelhouders in ondernemingen zijn," zich een beter begrip te vormen van de plichten van aandeelhouders en dat, zooveel mogelijk, in praktijk te brengen." De Bisschop bedoelt meer dan de woorden schijnen aan te geven. Hij beveelt aan, en de raad is van des te meer belang, omdat hij komt van iemand die meer dan eenig ander tijdgenoot heeft gedaan, om de studie der godgeleerdheid te bevorderen, dat de geestelijken de uitkomsten hunner studiën, zullen doen inwerken op de oplossing van Sociale toestanden. Zoo hield hij op het Huil Church Congres eene lezing over Socialisme, waarin hij de jongere geestelijken verzocht „deze dingen te overwegen; ze met elkander eerbiediglijk en geduldig lijk te bespreken; te trachten om hunne tegenstanders te verstaan en niet ze tot zwijgen te brengen; te bedenken dat plompe en hoogdravende beweeringen meestal meer getuigen van twijfel of onwetendheid dan van gerechtigde overtuiging."

Zooals verwacht kon worden is het gedeelte van dezen raad, dat den meesten indruk op de „jongere geestelijken" van de Christian Social Union heeft gemaakt, juist dat waarin zij ten onrechte de machtiging meenden te vinden tot het nalaten van de minder populaire studiën, waaraan het Christelijk leeraarschap geacht wordt zich te wijden. Eene vluchtige inzage van de heterogene verzameling van brochures, uitgegeven onder den klinkenden titel van „Vox Clamantium" zal terstond de wijde kloof doen zien, die de angstvallige voorzichtigheid en de magere sympathie van Dr. Westcott scheidt van de „Dapperen" der organisatie, die voornamelijk door Zijn Lordschap's groote reputatie aan de belangstelling van het publiek wordt aanbevolen. Een Londensch geestelijke van bekende Christelijke Socialistische richting, die aan het juist genoemde werk