KRONIEK.

Maar de kosten? — Het is onze meening niet, dat de predikant, die den dienst van een hulpprediker geniet, er ook voor betalen moet. Neen, de studie-tijd, of wil men: de tijd van voorbereiding tot de evangeliebediening wordt met een half jaar verlengd. Wel kan dat voor sommigen zijn bezwaren hebben, maar wanneer men het vooruit weet, kan men er zijn studie op inrichten, en de winst, die het hulppredikerschap oplevert, weegt tegen dit geldelijk offer dubbel op.

Eindelijk: is het niet beter, dat een jong predikant zelf den weg vindt, en al is het dan met een weinig schade, wijs wordt ? — Wij denken zoo niet over onze jonge artsen, aan wie wij ons lichaam toevertrouwen. Neen, het is veel beter dat een proponent, die, betrekkelijker wijs gesproken, nog zoo weinig van het leven kent, met dat leven kennis maakt onder het oog van een ervaren evangeliedienaar.

Dan heeft hij de gelegenheid om op te merken, welke troost het meest welkom is, en hoe vele theoriën verdwijnen bij het licht der werkelijkheid.

Maar, zoo vraagt men, wordt dan het kwaad niet verplaatst , en van de eerste gemeente, die men als predikant zou dienen, overgebracht naar de gemeente, waarin men als hulpprediker werkzaam is? Wij antwoorden hierop, dat men als hulp-prediker den pastor loei naast zich heeft, die het kwaad afwenden of corrigeeren zal, dat door den jeugdigen proponent zou kunnen teweeg gebracht worden, terwijl menig onervaren jong predikant dikwerf door zijn eerste optreden reeds bijna alles bederft.

Gesteld echter, dat een proponent door niemand als hulpprediker wordt begeerd? Wij geven toe, dat het geval denkbaar is, en zouden daarom willen bepalen, dat een proponent, die geen hulpprediker heeft kunnen worden, twee jaren na zijn proponents-examen beroepbaar is.