PHOF. DOEDES ALS LEESMEESTER.

weggekapt moest worden, dat was geplant en opgeschoten rondom de oorspronkelijke woorden der Schrift. Op welk een onderhoudende wijze werden allerlei fantastische en onhoudbare verklaringen ons vertoond ■— en weerlegd. Daar stonden wij dan eindelijk voor den tekst zelf, in zijn oorspronkelijke, zuivere lezing; en nu werd niet meer gevraagd: wat zegt men ervan, of wat zegt die ervan? Neen, de hulpmiddelen der onbevangen wetenschap werden te baat genomen , om de eenige vraag te beantwoorden, die hier recht had: wat staat erf Wat staat er, onverschillig of het strijdt met de gewone opvatting ; onverschillig of misschien daardoor de tekst wegvalt uit den rij der dicta probantia. Dat hebben wij leeren vragen door het voorbeeld van prof. Doedes. Hij heeft ons een exegetisch geweten gegeven. Hij heeft ons willen dwingen om tegenover den Codex Sacer althans eerlijk te zijn. Geen mystieke Spielerei, geen vroom geknutsel, geen stichtelijk allegorizeeren, geen iets maken van een tekst — maar recht en slecht den zin, de bedoeling van den gewijden schrijver uitvorschen, om dien weêr te geven, en anderen voor te houden: ddt moest het doel deiexegese zijn.

Of misschien de nuchterheid bij deze methode soms niet al te groot was; of de traditie, een opvatting door de praktijk der gemeente, ik zal niet zeggen gewettigd, maar min of meer gewijd, hier en daar niet wat al te forsch werd aangegrepen, niet al te onbarmhartig, al te sarcastisch werd verdreven van de erve der theologische wetenschap? Ik zou hierop niet altijd onvoorwaardelijk neen durven zeggen. We hadden wel eens medelijden met een geliefkoosde verklaring, die afgekeurd werd. Zij deed zulke goede diensten in een preek, naar onze meening. Maar prof. Doedes heeft ons geleerd, dat wij den bijbel niet moeten in overeenstemming brengen met

63