HET SOCIALISME.

Tot dusver is die trouw bf niet bf slechts in geringe mate geschokt; hoewel het niet ontbreekt aan beweringen uit den boezem van het leger zelf, dat het gros der lagere militairen het socialisme is toegedaan.

Mogt dit het geval zijn en de militair gemeene zaak maken met de socialisten, dan zou er een worsteling ontstaan, waarvan de wereld tot nog toe geen voorbeeld heeft opgeleverd, en die, zoo de Maatschappij al behouden bleef, toch aan een groot deel der burgers het leven en alle bezittingen zou kosten.

Er bestaat dus, met het oog op die geschetste toestanden , welke niet uit de lucht gegrepen en waarschijnlijk ook niet te donker gekleurd zijn , wel alle reden om het socialisme te bestrijden en, zoo mogelijk, uit te roeijen of althans te fnuiken.

Ongetwijfeld zijn er velen, die meenen, dat het zoo'n vaart niet zal nemen en dat de Maatschappij wel in stand zal blijven; maar dan zouden zij toch verpligt zijn, aan die bestrijding mede te werken, uit aanmerking eerstens: van de schromelijke beroeringen die, vooral door dc werkstakingen, in de Maatschappij worden aangerigt en de namelooze ellende die er door gesticht wordt; ten andere: van de gedurige aanslagen op het leven van niet zelden hoogst uitnemende, overheidspersonen en burgers van allerlei rang en stand, leeftijd en kunne, en ten derde: van de vernielingen van kostbare bouwwerken enz. En indien dit een en ander voor hen nog niet genoeg mogt zijn, dan zouden zij er toe bewogen moeten worden ter wille van de socialisten zeiven, waarvan nu menigeen, die een goed en gelukkig mensch, en een nuttig of verdienstelijk burger had kunnen zijn, nu een booswicht wordt, die vallen moet als slagtoffer van de door hem gepleegde gruwelen. Het lot van hen, die, voor het socialisme gewonnen, alle banden', ook die des bloeds, verbreken