VERPLICHT HULPPREDIKERSCHAP.

dat er zoo algemeen geklaagd wordt over het weinige huisbezoek door predikanten verricht?

Is het wonder, dat vele predikanten er tegen op zien? De afstand, die hen scheidt van de eenvoudige menschen, is zoo groot, en hunne geschiktheid om met die menschen te praten, zoo klein!

En ook op dit gebied, het kan niet worden tegengesproken , zijn evangelisten en colporteurs de meerderen van predikanten. Die mannen, van het begin af gewend om bij de menschen te komen en met hen te spreken, openbaren menigmaal een bewonderenswaardigen takt om met eenvoudige lieden over hunne eeuwige belangen te spreken. Zij vinden gewoonlijk spoedig ingang bij de menschen, en brengen menigmaal veel meer tot stand dan een predikant.

Van waar dit? Immers door dat hier van eene vorming sprake kan zijn, en bij de predikanten niet!

Het resulaat, waartoe wij komen is dus, dat noch voor de prediking, noch voor de catechese, noch ook voor de zielzorg de toekomstige evangeliedienaren gevormd worden, en dat daartegenover vele evangelisten die vorming wel genoten hebben.

Bij al de waardeering der wetenschaplljke opleiding aan de aanstaande dienaren des Woords gegeven, waardoor zij veel, zeer veel vóór hebben op evangelisten, valt het toch niet te ontkennen, dat zij wat de practische bekwaamheid betreft, meestal bij die eenvoudige mannen moeten achterstaan.

De vraag is dus: wat kan er gedaan worden om dat gemis aan practische vorming te vergoeden?

Door U en Uwe mede-onderteekenaars wordt als zoodanig dringend aanbevolen het verplicht hulppredikerschap.

En het is met hartelijke instemming dat ik dit las. Inderdaad, dit denkbeeld, goed opgevat en uitgevoerd,

66