DE TOENEMENDE VERVREEMDING VAN DE KERK.

eering van het kind, eenmaal te loor gegaan, laat zich met door een gebod weêr in het leven roepen. De laagste stand heeft trots te kennen geven, dat wat niet goed genoeg meer is voor de grooten, de ontwikkelden en de rijken, ook voor ben geen waarde meer heeft. En de wijze, waarop zekere ongodsdienstige kringen thans om de kerk roepen zooals anders om de politie, ten einde door de religie den grooten hoop in afhankelijkheid te houden, — heeft juist bij de laagste standen een fanatisme gewekt, eene ondempbare klove, eene ontzettende spanning met de kerk. Op deze wijze is ook hier de bodem toebereid voor de wereldbeschouwing, die het persoonlijke en historische leven der menschheid loochent, en een volledige breuk met het Christendom en alle religie is. Geen sterker middel, om de massa de* volks los te rukken van het bestaande, dan dit materialisme. Scherper dan ooit is hier dientengevolge het verzet tegen de kerk.

De roeping der Theologie.

De Theologie, geleerd door de geschiedenis der vroegere dagen, heeft thans dringender dan ooit de vraag te beantwoorden naar den grond van het geloof. Zij heeft zich rekenschap te geven van het feit, dat zoodra het vertrouwen op een opgedrongen autoriteit bezweek, voor velen daarmeê het geheele Christendom viel. Zal de Theologie weêr eene macht in de kerk worden, dan moet de weg, waarlangs een van God vérvreemd menschenkind tot het geloof komt, ook het richtsnoer zijn voor de prediking in het openbaar en voor de onderwijzing van de jeugd. Zij moet onderwijzen in het geloof, dat zijne zekerheid in zich zelf heeft, en zich slechts gebonden voelt aan het Woord Gods, — datzelfde Woord, waaruit het geloof geboren is.