HET BLOEDWONDER TE NAPELS.

tronus principalis bevindt. Een-en-veertig zilveren heiligenbeelden halverlijf worden op vergulde bases gedragen door leden van hunne broederschappen, wat als een verdienstelijk eerbetoon geldt. De geestelijkheid der stad, het Domkapittel, vele broederschappen, talrijke muziek-vereenigmgen, onafzienbare volksmassa's nemen aan den heiligen ommegang deel, die zich langzaam voortbeweegt dooide dichte volksdrommen heen en begeleid wordt door tal van politiedienaren. Een merkwaardig gezelschap, die een-en-veertig! Wij vinden onder hen vertegenwoordigers van alle christelijke eeuwen, ook zulke die tot geene eeuw behooren, omdat zij nooit bestaan hebben, als b.v. St. Anna. Maar juist deze bekleedt in dien kring eene voorname plaats. Zij vervangt bij de vrouwen in zuidelijk Italiƫ de romeinsche Juno in ernstige en gewichtige omstandigheden. Van belang is ook de mythische St. Lucia, de groote heelmeesteres voor de oogen, even als Michaƫl, die den slangendooder Apollo en den zielenvoerman Mercurius vervangen kan. Van de twaalf Apostelen is alleen St. Philippo aanwezig , maar hij behoort tot de allerlaatsten. St. Pietro en St. Paolo ontbreken: aan den eerstgenoemde heeft Napels zich zeer weinig, aan den laatste haast geheel niet laten gelegen zijn. Van andere bijbelsche personen vernemen wij St. Johannes Baptista, die hier vroeger een groote Santo was, maar thans weinig meer beteekent. De Romeinen maakten ook onderscheid tusschen gewisse (certi) en ongewisse (incerti) en dus halfvergeten goden. In Cicero's tijd waren reeds vele godheden van vroeger tijd van wege de menigte nieuwe goden m het vergeetboek geraakt. Hetzelfde verschijnsel komt in dezen tijd onder de Santo's voor, en ofschoon de oude Santi zich eens zoo treffend betuigden, vermeerdert het Vatikaan het getal der christelijke halfgoden voortdurend. Verder zien wij nog nog St. Jozef, die