IETS UIT DE GESCHIEDENIS DER KOLONIALE POLITIEK

aanbeveelt. De keuze berust bij drie der voornaamste grootwaardigheidbekleeders. De familie, welke de eer geniet van haren prins gekozen te zien, wordt de voornaamste in het rijk. Hare leden „eten" de hoogste ambten en zijn de „kinderen" des konings. De nieuw gekozen koning laat aanstonds zijne broeders op één of twee na, die het geslacht moeten in stand houden voor het geval, dat de vorst kinderloos sterft, ombrengen. Zijn de prinsen uit den weg geruimd, dan volgen de opperhoofden, om makkers en dienaren te worden van den gestorven koning in de zonnige velden van Wagoeloe , waar zij naar het volksgeloof eeuwige paradijsvreugde genieten. Het gevolg dezer barbaarsche gewoonte is, dat de opperhoofden, die hun dood voorzien, den nog overblijvenden tijd gebruiken om met hunne onderkoningen het land door te trekken, ten einde door roof en moord hunne familiën te verrijken. In zulke dagen was in Oeganda de hel los, want gedurende deze anarchie tracht elk zich ten koste van anderen te bevoordeelen. Van dit alles nu geschiedde na Mtesa's dood niets. Geen prins, geen opperhoofd werd om het leven gebracht. Strijd, roof noch bloedvergieten vond in de toenmalige hoofdstad, Roebaga, plaats. Slechts hier en daar in het land kwamen enkele ongeregeldheden van geringe beteekenis voor. Zelfs toen 5 maanden later Mtesa's graf feestelijk werd ingewijd, vloeide geen enkele druppel menschenbloed, terwijl voorheen bij zulke gelegenheden duizenden werden geslacht. Wat dunkt u, is dit niet een bewijs, dat de 7 jaren van arbeid, verdriet en teleurstelling ook nog andere vruchten hebben gebracht dan de bekeering van 68 negers? Waarlijk, ook in Oeganda is het Evangelie gebleken te zijn een kracht Gods, welks werking is als het zuurdeeg!

Tot opvolger van Mtesa werd gekozen Moeanga, een