IETS HIT DE GESCHIEDENIS DER KOLONIALE POLITIEK

en Walker een paar gebouwen, die voorloopig als woonhuis en kerk dienst moesten doen. De zendelingen zeiven waren inmiddels ook teruggekomen en eindelijk keerde, naar men althans meende, de rust weer.

Door verschillende omstandigheden, waarvan de ontwikkeling aan den blik der zendelingen is ontgaan, mede ten gevolge van hun verblijf gedurende eenigen tijd buiten het land, hebben zich in Oeganda langzamerhand 3 partijen gevormd, die naar hunne namen — protestanten, roomschen en mohammedanen — een godsdienstig karakter droegen , maar feitelijk even zoo vele richtingen vertegenwoordigden op politiek gebied; partijen, waarvan bij elk de godsdienstige belijdenis wel de band was, die hare leden vereenigde, maar voor wie toch de vraag naar de oppermacht in het land het leidend beginsel harer handelingen uitmaakte. Hoe vele aanhangers elke partij telde, valt moeielijk te berekenen. In elk geval was de mohammedaansche partij de kleinste, maar zij kon rekenen op de hulp van een naburig koning. Aan de roomsche fractie kwam ten goede de omstandigheid, dat Moeanga, althans in naam, tot hare volgelingen werd gerekend en met hem een deel des volks, dat in zake den godsdienst onverschillig als blinde volgelingen van den vorst aanhangers waren van diens godsdienst. Allicht zullen de roomschen in aantal het grootste zijn geweest, omdat de prot. zendelingen aan de doop-candidaten meerdere eischen stelden dan de witte paters. Doch, hoe groot of hoe klein ook het aantal aanhangers der christelijke partijen geweest moge zijn, een oud gebruik maakte, dat het noch voor de protestanten noch voor de roomschen zonder beteekenis was, welke partij over de meeste staatsambten, inzonderheid over ambt van provincialen stadhouder beschikte. Er bestond n.1. eene gewoonte, dat de boeren of Bakopi stonden onder den invloed van hunne opperhoofden. De