EN DER ZENDING IN OEGANDA,

hoofden der 3 verschillende partgen den 17detl Juni 1892 voornaamste prot. opperhoofden, waarin zij als hun wensch te kennen geven, dat in Oeganda de slavernij wordt afgeschaft. Wordt aan dit verzoek voldaan — en bisschop Tucker koestert, indien de roomsche opperhoofden medewerken, daaromtrent goede verwachtingen — dan is aldaar de macht der Arabieren en Mohammedanen gebroken en tegelijkertijd opgeheven de grootste aantrekkelijkheid van roof- en plundertochten in naburige landen.

Gij verneemt het, een nieuw tijdvak is in Midden Afrika voor de zending aangebroken. Machtig is het Evangelie ook daar. Een volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien. Moge de inlander steeds meer ervaren de waarheid van deze woorden: „hoe „lieflijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen; „dergenen, die het goede verkondigen."

Wieringen. D. J. van Dijk Jzn.

NASCHRIFT.

Sinds deze lezing gehouden werd, getuigen de jongste berichten uit Oeganda van een steeds toenemenden voortgang in den arbeid der zending aldaar. De groote begeerte naar kennis van het Evangelie blijkt o. a. uit het feit, dat gedurende de 5 maanden van bisschop Tuckers verblijf aldaar 25000 N. T. en andere christelijke boeken zijn verkocht. De zendingsarbeid is thans niet meer beperkt tot de hoofdstad des rijks. Hij strekt zich uit over alle den protestantschen zendelingen toegewezen provinciën. Daartoe werkt de hoofdstad met hare omgeving mede. Uit haar midden zijn 140 Evangelisten gekozen, die in verschillende deelen des rijks arbeiden. Indien