IETS OVER WILHELMUS £1 BRAKEL.

heeft het wel terecht gezegd, is geen erfgoed; maar Brakei's vader viel het voorrecht ten deel, dat hij in zijn zoon reeds zeer vroeg innige liefde ontdekte voor God en den Heiland. Zijn zoon toch kon niet zeggen, wanneer hij veranderd of bekeerd was geworden, daar geen tijd hem heugde, waarin hij in zijn hart niet was getroffen geweest door Gods goederiierendheden. Wij deelen dit meê, omdat er zijn, die aan iemands zaligheid twijfelen, als big niet den dag en het uur zijner bekeering noemen kon.

Was de oude Brakel van 'tjaar 1608—52 predikant te Beets, op korten afstand van Leeuwaarden, de gelegenheid was daardoor geopend voor zijn zoon, om de latijnsche school te bezoeken in Friesland's hoofdstad, en eiken Zaterdag in te keeren tot het ouderlijk huis. 's Maandags morgens geleidde de eerwaardige vader zijnen Willem altijd een eindweegs, en als zij scheidden, bleef hij hem nastaren zoolang hij hem zien kon, voor hem biddende tot den Heer. Ziedaar een onderwerp voor een schilderij!

De school te Leeuwaarden werd verwisseld met de akademie te Franeker. De friesche hoogeschool telde te dier tijde beroemde mannen onder hare hoogleeraren. Schotanus, Arnoldi en Valckenier waren, terwijl Brakel er studeerde, de leden van de godgeleerde faculteit. Daar hij zich ook heeft toegelegd op de kennis der geneeskunst , zoo is 't wel waarschijnlijk, dat hij bij voorkeur de lessen zal gevolgd hebben van Frencelius of Matthaeus, die beiden niet slechts door geleerdheid maar ook door vroomheid zich onderscheidden, en het ouderling-ambt in de gemeente bekleedden — een onderscheiding, welke tegenwoordig den beoefenaars der geneeskunst zelden meer te beurt valt.

Doch wie waren die drie professoren in de godgeleerd-