IETS OVER WILHELMUS SL BRAKEL.

heid? Van twee hunner willen wij iets mededeelen. Schotanus was van een verbazingwekkende geleerdheid. Hij werd door een machtige weetgierigheid gedreven, zoodat hij alle mogelijke boeken als verslond. Hij gaf onderwijs eerst in de grieksche taal, daarna in de kerkgeschiedenis, later in de systematische godgeleerdheid. Hij was nergens liever dan te midden van zijn boeken, „nooit zich minder alleen gevoelend, dan wanneer hij alleen was." De lijst zijner geschriften is zeer groot en bont. Hij was te huis zoo wel in de aardrijkskunde van het alleroudste Friesland, als in de twisten over het leerstuk van de nederdaling ter helle. Hij schreef over den kinderdoop en over de vertaling der 70 — en altijd ijzingwekkend geleerd. Bij geleerde onderwerpen waren altijd zijn gedachten. Hij was een van die ontzachlijke mannen, die zoo verdiept kunnen zijn in hun overdenkingen, dat zij vaak niet bemerken , dat zij door iemand worden aangesproken.

Schotanus koos in de twisten, die toen de kerk reeds beroerden, geen partij. Hij was echter over 't algemeen afkeerig van 't nieuwe. Geen wonder! Als men reeds zoo veel weet, moet men wel schrikken bij de gedachte van nog iets nieuws in zijn geheugen te moeten opnemen. Zulk een hoogleeraar oefent echter geen invloed uit op het hart zijner leerlingen. Het gaat met hem als met een pyramide — men staart ze vol verbazing aan, maar wie denkt er aan ze lief te hebben? Een leermeester die een beginsel verdedigt niet alleen met talent, maar met moed, met het hart, zal veel grooter invloed uitoefenen , dan de vlijtigste kamergeleerde, die alles weet, maar in wien de wetenschap bewaard wordt, als een mummie in de egyptische gewrochten, welke wij zoo even noemden. Niet de geleerdheid, maar de overtuiging vormt een school. — Een man van groote geleerdheid, maar ganschelijk geen kamergeleerde was prof. Arnoldi,