KRONIEK.

Het grootste gevaar, dat wij echter duchten van dit Unie-rapport, is hierin gelegen', dat het den schoolstrijd weêr opent. Wij zien daarin geen heil noch voor de school, noch voor de kerk. Wel zien wij er een grond in voor de vrees, dat het verbond tusschen antirevolutionairen en roomschen zal blijven, ja inniger zal worden— wat wij, die van het Evangelie alleen heil verwachten, met anders dan betreuren kunnen. Wie te velde trekt met de jezuïeten, hij gaat niet — naar het oude spreekwoord — met Jezus.

Al maken de H. H. Lohman e. s. zich los van de antirevolutionairen, die in Dr. Kuyper hun leider blijven zien — er volgt niet uit , dat zij dichter komen tot ons. Niet alleen het kerkelijk vraagstuk staat daartoe in den weg, maar ook hun meening omtrent de oplossing van den schoolstrijd. Dat zij dien strijd nu weder aan de orde gaan brengen, en ons een regeling aanbevelen, welke leiden zal niet tot oplossing van den strijd om de school, maar tot oplossing van onze natie, doet ons leed, en beneemt alle kans, alle uitzicht om met hen, als belijders van het Evangelie, gezamenlijk op te treden tegen de noodlottige macht, welke door Dr. Kuyper wordt uitgeoefend. Misschien gebeurt er het een en ander, dat ons, die jaren lang zoo ver uiteen geraakt waren, weêr tot elkander brengt; maar den weg, die tot daartoe leiden kan, zien wij op het oogenblik nog niet aangewezen.

De Heer JE. baron Mackay trad nu uit de Haagsche Kiesvereeniging „Nederland en Oranje": zal hij nu verder gaan, en meewerken tot een nieuwe partij formatie ?

Mij dunkt, hij moet toch eindelijk met weerzin zich afwenden van een partij, die o. a. haar orgaan vindt in „Holland's Kerkblad," geredigeerd door den Heer Sikkel,