KRONIEK.

punten zich met de door Lohman gekozen gedragslijn niet vereenigen kon."

Mr. Keuchenius had de electorale quaestie vóór de onderwijsquaestie en de Revisie willen schuiven, „maar de heeren Dr. Schaepman en Lohman hadden dit verhinderd."

„Dit alles (om nl. de electorale quaestie op den voorgrond te schuiven) was slechts ten deele naar den geest van Schaepman en Lohman." „Gedurende de laatste vier jaar (1883—1887) is Schaepman de leider der antirevolutionaire partij in de Kamer geweest." Aldus scheef Mr. Keuchenius, zonder dat Dr. Kuyper daar iets tegen inbrengt.

Keuchenius kon het den heer Lohman niet „vergeven, dat hij wel tegen de liberalen, maar nooit tegen de conservatieven optrad, en daardoor het antirevolutionaire denkbeeld in de antiliberale liet vervloeien."

Men ziet het — een zondenregister van belang.

Hoe is men aan die ontdekking gekomen? Zijn er stukken gevonden, die tot dusver voor Dr. Kuyper een geheim waren?

Niet in het minst. Geheel de gedragslijn van den heer Lohman is steeds in het openbaar door hem verdedigd; niets is voor Dr. Kuyper verborgen gehouden, en het zondenregister is ontleend aan brieven door Mr. Keuchenius aan Br. Kuyper zeiven geschreven.

Maar hoe is het dan mogelijk, dat Dr. Kuyper ooit Lohman verdedigd, laat staan hem boven allen als „onzen Lohman," als een man ,,der gauche," als den beginselvasten antirevolutionair heeft beschouwd, die zelfs voor een Kabinet Mackay—Keuchenius nog te goed was?

Zou Dr. Kuyper misschien door de „jonkerpartij" zijn omgekocht? Of heeft hij al dien tijd geslapen?

Noch het een, noch het ander.

Dr. Kuyper „heeft wel K's protest tegen dien loop van zaken steeds gewaardeerd en ten deele beaamd."

Maar hij was niet blind voor het feit, „dat leiding der zaken tot een praktische uitkomst van Mr. Keuchenius niet te verwachten