K E O NI E K.

Zwijg, conservatief, roept men een Lohman toe, als hij het waagt met Dr. Knyper van meening te verschillen, niet ten opzichte van de belangen van land en volk, maar slechts ten aanzien van de wijze, waarop die belangen bevorderd moeten worden; weet gij, man met een dubbelen naam, het dan niet, dat Groen het gezegd heeft: Dr. Kuyper is de leider en nog wel jurc suo; wat vermeet gij, aristocraat, u dan nog er eene eigene opinie op na te houden; kunt gij een geloofsbrief toonen, als de door Groen aan Kuyper uitgereikte ? En als Mr. Lohman het dan toch nog blijft wagen om met alle kalmte zijne grieven bloot te leggen en aan te toonen, dat Dr. Kuyper zich wel eens vergiste en dat er zelfs een oogenblik geweest is, waarop Groen zelf het noodig keurde Dr. Kuyper te doen gevoelen, dat hij dezen niet de baas over zich wilde laten spelen, maar zijne onafhankelijkheid ook tegenover den leider jure suo wenschte te bewaren, dan worden alle fiolen van toorn, haat en verguizing over Lohmans hoofd uitgestort en komen uit alle hoeken de Demetriussen aanvliegen, vol woede tegen den man, die de vereering van den leider in gevaar dreigt te brengen en is er maar één geroep: groot is onze leider, de leider jure suo! En de stadschrijver moet nog gevonden worden, die aan dit geraas een eind te maken en de vergadering tot zich zelve te brengen weet.

Tegen zulk een marktgeschreeuw is dan ook geen redeneering.

Men zou anders die lieden kunnen vragen of zij wel eens gehoord hebben van een Mozes , door een meerdere dan Groen, jure suo, waardig gekeurd leider van het volk Israëls te zijn, en of zelfs zelfs deze, rechtstreeks door God aangestelde leider zich niet in een onbewaakt oogenblik Diens toorn op den hals haalde, door ongehoorzaamheid aan Zijn bevel ? Men zou geneigd zijn te vragen of het wel waar is (waar ik niet aan twijfel!) wat in 1 Kon. 3:12 omtrent Salomo staat geschreven, dat God hem zulk een wijs hart had gegeven, dat zijns gelijke na hem niet kon opstaan en of niet eerder Dr. K. de meerdere in wijsheid van Salomo moet geacht worden? Immers Salomo deed op het eind zijner regeering wel iets, dat niet naar de meening des Geestes was; ja,