KRONIEK.

daarvan een proeve u laten lezen. Zij is ontleend aan „Holland's Kerkblad," geredigeerd door den Heer Sikkel, „geref." pred. te 's Gravenhage, en als „Kroniekschrijver mijn ambtgenoot.

De publieke discussie over de bekende enquête-commissie, in de jaarvergadering der Vrije Universiteit benoemd, kan maar niet tot een einde komen, hoezeer ook die commissie zelve besloot, om niets te publiceeren en geheel in stilte haar gewichtig werk aan te vangen en voort te zetten.

Gelijk bekend is, heeft die commissie tot taak te onderzoeken, of er grond bestaat voor de uitgesproken ongerustheid, dat het onderwijs van prof. Lohman Sr. niet beantwoordt aan den eisch van Art. 2 der statuten, waarin het beginsel der Vrije Universiteit is neergelegd.

De commissie werd slechts ten deele, 5 van de 9, door de ledenvergadering benoemd, nl. de HH.: Dr. H. Bavink, J. Van Alphen, A. G. Van Deth, G. H. A. Grosheide en L. De Vries Hz.; de 4 andere leden werden door H.H. Directeuren en Curatoren benoemd, nl. de HH. W. Hovy, C. M. E. Van Löben Seis, Mr. Th. Heemskerk en Ds. B. Van Schelven.

Beeds aanstonds na de ledenvergadering werd hier en daar bezwaar gemaakt tegen de personen, die de ledenvergadering in die enquête-commissie benoemd had. In de ledenvergadering werd tegen die personen geen bezwaar gemaakt. Ieder had hel recht daar andere personen voor te dragen, en van dat recht werd ook door enkelen gebruik gemaakt, en de leden maakten toen bij stemming met gesloten briefjes uit, wie in de commissie zitting zouden hebben. Zelfs zij, die andere personen voorstelden, dan aanvankelijk genoemd waren, oordeelden volstrekt niet, dat deze commissie uit juristen moest samengesteld zijn. Ja, prof. Lohman zelf, die ook op een lid voor de commissie de aandacht vestigde, noemde daarvoor volstrekt niet een jurist, maar Dr. Schott van Hardenberg, die echter voor deze commissie niet benoembaar was, omdat hij geen lid is der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerden grondslag.

57»