KRONIEK.

roem weerklonk in alle landen. Zijn leerredenen werden in bijna alle talen gelezen. Velen van ben, die daar voor hem zaten, waren zijn eigen geestelijke zonen. Onder zijn studenten was hij thuis, zoo als een vader in het midden van zijn gezin. De broeders hadden hem lief, en hij had hen lief.

„Weldra stroomden voor ons de golven zijner verborgene wijsheid; de vonken van zijn onnavolgbaar vernuft verhelderden ieders aangezicht, en zijn gevoel bracht tranen in onze oogen. Het was een keerpunt in ons leven, hem zijn „Voorlezingen voor mijn studenten" te hooren uitspreken. Welke wijze redenen hield hij tot ons over het prediken! Hoe zachtmoedig verbeterde hij de gebreken, en moedigde hij de aangeboren schuchterheid aan! Welk een vernietigend sarcasme voor alles wat belachelijk en valsch was! Dan kwamen die kostelijke nabootsingen van bijzondere manieren van de geliefde broeders , waardoor hij ons als 't ware een spiegel voorhield, waarin wij onze gebreken konden zien, terwijl wij toch den geheelen tijd door luidkeels lachten. Hij reikte ons de artseny toe als een schuimenden drank. Dan volgden de wijze raadgevingen, zoo vriendelijk, zoo ernstig, zoo vroom, zoo vaderlijk; daarop het gebed, dat ons omhoog voerde tot den troon der genade, waar wij een blik konden slaan op de heerlijkheid, en met den Heer zelf spreken als van aangezicht tot aangezicht. Dan deelde hij meê, wat wij op den eerstvolgenden Zondag te doen hadden. Hierna las de geliefde voorzitter ons voor de brieven, die hij in de hand hield, terwijl wij ingespannen luisterden. „Hier is er een van een belangrijke wijk in een groote stad. Men verlangt een leeraar, die welsprekend, geleerd, „bij de hand" en vroom is. Mijneheeren, gij zijt allen met die gaven toegerust: „hoe kan ik een keus doen ? Hier, Small (Klein)! Gij kunt gaan, want gij zijt onge-