GRAAF LBO N. TOLSTOÏ.

ons geenszins, dat de schrijver ook den beroemden zoon van het land van „sneeuw en nevelen" in den strijd tegen het Mammonisme van onzen tijd betrekt, ja, wij meenen, het kan niet anders dan waar sprake is van eene worsteling tegen den geest der eeuw, van een strijd tegen het kapitaal, in bovenbedoelden zin genomen, daar moet de naam van Tolstoï worden genoemd, niet als van een strijder in de rangen van het socialisme, maar die als overwinnigsprijs voor oogen heeft den toestand van de eerste christengemeente, zooals die in het tweede hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen wordt deschreven.

Strijder, dat is hij in den ruimsten omvang van het woord; strijder tegen zich zeiven, tegen bestaande en z. i. veroordeelenswaardige toestanden en verhoudingen m maatschappij en samenleving, strijder tegen den eed tegen den oorlog, tegen de rechtbanken, tegen eiken wederstand van den booze (d. i. van den vijand), tegen het prikkelende in de toonkunst, tegen alles wat in de kunst en de literatuur onzer dagen een onzedelijken invloed uitoefent, tegen de wijze van samenwoning in onze groote steden, tegen den sterken drank, tegen de jacht en het gebruik van vleesch, — doch genoeg, de lijst kan volstaan om ons met bewondering tot dien worstelaar te doen opzien.

Daarbij kunstenaar met de pen, en onvermoeid werkzaam, haast te vruchtbaar dan dat men al het geproduceerde zou kunnen verteren, predikend door het woord, doch ook met de daad; — geen wonder, dat zijn naam in ieders ooren heeft weerklonken, dat hij vurige bewonderaars maar ook heftige bestrijders heeft gevonden.

De beste tijdschriften der wereld nemen gaarne nota van de voortbrengselen van zijn geest en de socialistische blaadjes zoeken bij hem de ietter voor hunne ketterijen,

76*