EEN ECHO VAN LTJTHÈr's WOORDEN.

en genadegaven te maken. Daarom is treuren en leed dragen geen zeldzame bloem bij de christenen, al valt zij ook niet altij d zoo in 't oog. God straft op tweerle» wijze; eens, in genade, als een goedertieren vader, voor een korten tijd; dan, in toorn, als een gestreng rechter, voor eeuwig.

Een wonder is Philippus (Melanchthon) voor ons allen; als het den Heer belieft, zal hij vele broeders Maarten overtreffen, als des duivels en der scholastieken machtigste vijand. Ik heb de boeken van meester Philippus liever dan de mijne, heb ze ook liever bij de hand. Ik ben geboren, om met de partijen en de duivelen in 't veld te liggen; daarom zijn mijn boeken ook veel stormachtiger en krijgshaftiger. Ik moet de stobben en stronken uitroeien, de doorns en heggen omhouwen, en de pionier en de baanbreker in 't wilde woud zijn. Maar meester Philippus komt dan bedaard en stil achteraan, bouwt en plant, zaait en begiet met liefde, naar de rijke talenten, die God hem heeft geschonken.

Ik heb geen betere hulp dan toorn en ijver. Wanneer ik goed dichten, schrijven, bidden en preeken wil, moet ik toornig zijn; dat verfrischt mijn bloed, en alle moedelooze gedachten en aanvechtingen wijken.

Musa, predikant te Rochlitz, klaagde eens aan Luther dat hij soms zelf niet geloofde, wat hij aan anderen predikte. Gode zij lof en dank, zei Luther, dat het anderen lieden ook zoo gaat, ik meende dat ik dit alleen had.

Dr. Jonas zei eens: onze nakomelingen hebben een goeden tijd te wachten. Jawel, zei Dr. Martinus, ik ben bang, dat de beste tijd er al geweest is. Nu zullen de secten en de partijen komen.

Wat was dat een pracht en majesteit, als men meesters promoveerde en met hen een fakkeloptocht hield; ik