LOUIS cour-ERus.

— Veel plezier, freule.

— Amuseer je, dag Freddy ....

Freddy ging, gevolgd door Otto en Etienne. Ernestine sprong uit bed, gevolgd door Johan en Lientje.

_ Hier kinderen, komt hier! riep Mathilda. Zij wierp hun alle drie iets om, een doek of een deken: Ernestine, Freddy s regenmantel, die haar een el voor de voeten sleepte.

_ En waar is juffrouw Frantzen, dat jullie hier zoo maar gekomen zijn? vroeg zij ontevreden.

_ In haar eigen kamer bij Nico, moes; Nico slaapt, zeide Tine. Toe moes, niet boos zijn!

En zij hief hare armpjes, omfladderd door de te wijde mouwen van den regenmantel, liefkozend op.

Mathilde glimlachte, en liet zich omhelzen.

— Komt nu allemaal, naar bed! sprak zij een weinig verzoend. _ Wat ziet de freule der ledikant er uit, zeide Martha

hoofdschuddend; ik kan het heelemaal weer gaan opmaken, stoute hengels!

— Zoete bengels! riep Lientje.

Mathilde nam haar in haar arm op en Tine en Johan volgden, bijna struikelend over hun vreemde draperieën en gillende van de pret, dat hun list gelukt was.

— St stil zijn, anders maak je Nico wakker!

Juffrouw Frantzen wist van den prins geen kwaad; zn zat met Hector aan haar voeten, te breien in de kamer, waar Nico sluimerde en ontstelde hevig, toen zij de karavaan zag aankomen Die ondeugende kinderen, om zoo stilletjes weg te sluipen; ze was in de volle overtuiging, dat ze al lekkertjes sliepen in de kamer er naast!

Het drietal werd in bed bezorgd, rillend en verkleumd, maar dol van vroolijkheid en juffrouw Frantzen vermaande ze nu toch niet meer te praten en zoet te gaan slapen. ...

En Mathilde boog zich over het bedje van haar Nico, die met geloken oogen in de wol lag, de vochte lipjes halt geopend, en zijn blonde krulletjes kruivend over het witte kussen. Engel van een jongen! .... En ook de anderen,