LOUIS COUPERUS.

„Waarvoor?" vroeg hij4

„Voor iets, dat tante Olga me zei, voor, dat je

me gespaard hebt te Alt-Seeborgen. Ik dank je

Othomar."

Dit is dan de beroemde roman, in zijn geheel uit elkander gezet. Bewonderenswaardig is de taal als van zilver en kristal. Couperus heeft steeds de technische uitdrukking, die door geen betere te vervangen is. Hij kleedt keizers en keizerinnen aan, als een coupeur; hij versiert zalen als een décorateur; hij bereidt tafels als een kok en dan vooral hij heeft de groote gave van Zola, om de massa's in beweging te brengen; een foule van menschen, een drom van soldaten, een optocht bij parlements-opening, een cortège bij vorstelijke huwelijken en uitvaarten. Beschrijft hij een partij, dan wordt het onwillekeuring voor onze verbeelding licht; dan flonkert , dan schittert een uitgegoten zee van glans door de prisma's van kristallen kronen en de colliers van diamanten en parelen. Het brokaat der dames-toiletten en het goud der uniformen, en de wit-marmeren zuilen deizalen en de vloeren van bont mozaïek, het straalt en weerlicht, als met duizelingwekkenden glans. En dan die statigheid der optochten! Bij het lezen der beschrijvingen krijgt men volmaakt dezelfde gewaarwordingen, als wanneer men in werkelijkheid een groote ceremonie van vorstelijke vertooningen bijwoont. Dat langzame, dat statige, dat afwachtende, dat ongeduld verwekkende, dat op de komst van een groote émotie voorbereidende, dat voldaan zijn, omdat de stoet in beweging is en daar voorbij gaan de herauten te paard met hun banieren, de muziek-korpsen van cavallerie en infanterie, de pijpers der marine, de ruiter-escadrons, en de bataillons van het voetvolk en dan, — dat tevens onvoldaan zijn, omdat altijd nog maar niet komt de hoofdpersoon, dien men wacht, Stemmen ». W. en Fr. 189ü. 10