DE PROFEET VAK FLORENCE IN DE LETTERKUNDE.

wij er den strijd mede tusschen geloof en ongeloof, die volgens een Göthe de wereldgeschiedenis beheerscht, en in zekeren zin door een iegelijk moet worden doorgemaakt. In dezen strijd is door Savonarola beslist partij gekozen, en in dit opzicht kan ook ons huidig Christendom van dezen profeet der vijftiende eeuw nog wel iets leeren.

Göthe: de eerste heiden uit de Christenen is hij genoemd, en voor ons bevat die naam geen lofspraak. Göthe was een Griek, in den edelsten, maar tevens den volsten zin van het woord. Wilt gij weten, hoe hij over Savonarola dacht? Hij heeft het slechts ter loops uitgesproken , maar zijn los daarheen geworpen woord laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Het luidt aldus: „Diesem groszen, schonen, heitern Leben (bedoeld is het leven van Lorenzo de Medici, den grooten vorst der kunst) setzt sich ein fratzenhaftes, phantastisches Ungeheuer, der Mönch Savonarola^ undankbar, störrisch, fürchterlich entgegen, und trübt pfaffisch die in dem Mediceïschen Hause erbliche Heiterkeit der Todesstunde. Eben diese unreine Enthusiast erschüttert nach Lorenzens Tode die Stadt". Vernietigender kan het niet, en in deze uitspraak althans van den grooten dichter is bitter weinig te bemerken van dat waardeeringsvermogen, hetwelk hem steeds wordt toegeschreven. Ook vreezen wij zeer, dat Göthe niet anders zou geoordeeld hebben, ook al had hij geweten, wat de historievorschers onzer eeuw ons omtrent den profeet hebben geleerd. Immers hier is één van die oogenblikken, waarop het binnenste des menschen als naar buiten gekeerd wordt. Deze uitval doet ons een blik slaan in het hart des dichters, voor wien de keuze niet twijfelachtig zijn kon tusschen Lorenzo il Magnifico en het hoofd der piagnoni, der huilebalken. Göthe heeft de tegenstelling van beider leven uitnemend gevoeld, en één van twee heeft hij gekozen. Ook al