KSO KIEK.

te vermanen, of te beklagen, is een daad van reddelooze wansmaak of onnoozelheid."

Inderdaad dit mag wel een schoonheidsleer heeten sui generis! De produkten van mannen, die haar huldigden , hebben dan ook aan ons opkomend geslacht veel kwaad gedaan. Is het geen wonder, dat er nog zijn, die gelooven aan God en het ideaal?

Ik kan waardeeren wat onze treffelijke vriend Prof. Van Dijk gezegd heeft in een referaat, dat gij in deze aflevering der Stemmen vindt, maar ik ben er vast van overtuigd, dat hij er niet aan denkt, te verdedigen of te vergoelijken al de ruwheid en goddeloosheid, welke een zekere literatuur ons bracht bij al haar tot op zekere hoogte te verklaren en te billijken afkeer van „clichés." Neen, niet de zucht om grappen te maken, niet een oppervlakkige ergernis deed voor een paar jaar prof. de la Saussaye protest aanteekenen tegen een geschrift , dat wij nu niet meer noemen. Het goede, het rechtmatige in een letterkundige richting kan met zóóveel onreins gemengd zijn; door het schoone en oorspronkelijke, dat zij aanbiedt, kan een ader loopen zóó onrein en verderfelijk, dat men als christen gedwongen wordt te waarschuwen tegen dat verschijnsel in zijn geheel genomen. Ik kan mij vermeien in de kromme sprongen van een uitgelaten jongen, maar als hij daarmeê mijn meubelen schendt of vertrapt, dan verzoek ik hem te bedaren, of ergens op de heide naar hartelust zijn beenen in de lucht te werpen. Mochten de bedoelde „artisten'' luisteren naar de diagnose van prof. van Dijk, en grijpen naar 't geneesmiddel, dat hij door ons hun wil zien toegediend! Van harte stemmen wij dan ook in met hetgeen M. Gray onlangs schreef in the Ninet.-Gentury (zie Wetensch. Bladen, Mei 1896) en met dit citaat sluiten wij deze bespreking: