KRONIEK.

De domme „onschuldige" roman is het gevolg van de onzedelijke preutschheid, die de eigenschappen der menschelijke natuur niet in het aangezicht durft zien, en haar aan jongeren onjuist voorstelt. De natuurlijke reactie van dezen vreemden vorm van Puritanisme is de tegenwoordige mode om verboden onderwerpen en leelijke dingen zooveel mogelijk bij hun naam te noemen, en zoo openlijk mogelijk te behandelen, alsof gebrek aan zelfbeperking en van gemis van welvoegelijkheid de kenmerken waren van waarheid en kracht, en niet het brandmerk van gemeenheid en armoede van geest. Maar ook deze mode zal voorbijgaan evenals alles wat buitengewoon en excentriek is.

In den laatsten tijd is den jongen romanschrijver veel goede raad gegeven; men heeft hem gezegd, dat hij moest nadenken, waarnemen en studeeren, en zijn stijl oefenen; men heeft echter één ding vergeten, en zeker niet het minste, namelijk zijn hart en verbeelding rein te houden en een edel leven te leiden. Want wie heeft een rein hart vol toewijding, een edel doel, een hoog ideaal meer noodig dan hij? Zijn gedachten en beweringen worden door duizenden gelezen, door velen overgenomen; hij werkt niet alleen met zijn geest maar ook met zijn hart; de wereld heeft niet alleen te maken met zijn genie, maar ook met zijn karakter.

Het kieswet-ontwerp heeft kans, om te worden aangenomen. Althans art. 1 ervan w er. Het verwierf zelfs een aanzienlijke meerderheid, nam. 62 stemmen tegen 36.

Wij kunnen niet nalaten onze hulde te brengen aan de wijze, waarop de minister Van Houten zijn ontwerp verdedigt. Hij doet het niet alleen met groote kennis van zaken, doch ook op een parlementaire wijze, die den tegenstander niet kan krenken. Bovenal is opmerkelijk de beslistheid, waarmeê de minister weigert eenige bepaling op te nemen, die strijdt met de grondgedachte, met de ekonomie van zijn wet. Hieruit spreekt inderdaad karakter.

Bij de gevoerde beraadslagingen is zeer sterk uitge-