NOVELLIST UN PitEIHKISK.

Toen kwam Drumtochty tot zichzelve en ging eenigszins beschaamd, stilzwijgend huiswaarts; maar Jaapje boutar zeide op den scheiweg onbeschroomd tot zijn buren:

„Ik zou het nog weêr over doen bij gelegenheid; het kwam hem billijk toe."

Eerst na twee mijlen kwam Bruintje tot bedaren en kon zij het met den docter kalm bepraten.

„Ik kon mijn ooren haast niet gelooven, Bruin, en dat op Zondag; het volk van Drumtochty raakt zijn verstand kwijt. Zij hebben van Sanders gehoord, denk ik, wijfje, en zij zijn blij dat wij hem er door hebben gehaald; hij is mooi op den weg van beterschap, weet je. Zoo iets had ik nooit verwacht en het was wel wat meer dan ik dragen kon. Maar jij meid, hebt er ook een aandeel in. ■ Wij hebben samen al menigen harden dag en nacht gehad en dót was ons loon. Niet veel menschen in deze wereld krijgen ooit beter, want het kwam uit het hart van eerlijke kerels."

Wat voor ons Maclaren's schetsjes uit het schotsche dorpsleven vooral aantrekkelijk maakt en tot de weldadige lectuur doet rekenen, zijn de kijkjes die hij ons gunt op het kerkelijk en geestelijk leven zijner vrienden.

Drumtochty heeft den invloed ondervonden van den strijd in de Schotsche Staatskerk, die in 1843 tot eene afscheiding aanleiding gaf. Ook dadr vielen harde woorden en Dr. Davidson zag zich als een „gematigde" door zijne halve gemeente verlaten. Maar de beide gescheidene kerken eeren elkanders leeraars en godsdienst en onze gids heeft beiden lief en doet ons het schoone in beiden zien en beider eenheid opmerken.

In het weekblad „de Hervorming" zagen wij voor een paar maanden als feuilleton vertaald het meeste aandoenlijke stukje: „De preek van zijn moeder" dat de intrede van John Carmichael in de Vrije Kerk verhaalt. Door