KRONIEK.

lande als kerkelijke partij. Van elke politieke kwestie zwijgen zij; er is maar één banier, er is maar één belang: de kerk.

Zij verbergen bet niet; zij spreken het uit; zij roemen er in. Het wordt niet meer verzwegen, dat de bisschoppen ten slotte zeggen, wie door hen moeten gekozen worden in onze gemeenteraden en in andere regeeringscolleges. En hiertegen komen wij op als protestanten. Wij willen niet door bisschoppen geregeerd worden. Wat België, Ierland, Spanje en andere landen, waar de kerkelijke heeren het roer in handen hebben, ons te zien geven schrikt ons af. Wij willen met alle macht voorkomen, dat ons volk komt onder de heerschappij van , den kromstaf. Daarom leggen wij den nadruk op ons protestantsch karakter.

Doch de kracht van het protestantisme concentreert zich in ons land wel het meest in de oude volkskerk. Met al haar gebreken en zonden is zij toch de draagster en bewaarster van de godsdienstige traditiën onzes volks, „de groote Kerk " Kwam zij te vallen, dan zou daarmeê aan het protestantisme, aan de niet roomsche meerderheid van ons volk een zware slag worden toegebracht. Eerst als een oude boom is geveld, ziet men welk een breede plaats hij inneemt; zoo zou ook, indien de Ned. Herv. Kerk werd verdrongen van de plaats, welke zij nu nog inneemt in ons land, ieder verbaasd staan over het groote open vak, dat dan ontstond.

Daarom betaamt bet ons toe te zien, dat de macht in ons land niet in handen komt van mannen, die, om welke reden dan ook, de Ned. Herv. Kerk haten, of jegens haar onverschillig zijn. Van de roomsch-katholieken behoeven wij niet eens te spreken; ook niet van de doleerenden. Maar wat dunkt u van deze uitlating?