KRONIEK.

vraagt of iemand behalve ik, mannen alom zóo gunstig bij iedereen in Indië bekend, in staat acht tot „het omkoopen of door sluwe streken proselieten maken?" Het is er zeker van, dat „Indische militairen, ambtenaren en particulieren, katholieken, protestanten, ongeloovigen, zelfs heidenen en mohammedanen" het phychologisch ondenkbaar zullen achten.

Die helden en heiligen! Blaakte onlangs niet het Handelsblad van geestdrift voor pastoor Verbraak en pastoor le Cocq d'Armandville ?

Ik moest maar eens lezen het tijdschrift: „De katholieke Missiën", en ik zou wel anders spreken!

Dat alles bewijst niets. Immers staan de feiten er tegenover. Ik doe niets af van de goede hoedanigheden van vele roomsche geestelijken, maar de impressionabele schrijver in het Handelsblad heeft onlangs meer dan eens de protestantsche zending luide geprezen, en wij kunnen bbk van allerlei menschen bewijzen van lof cn dank overleggen voor onze zendelingen; maar laat de Tijd eens lezen wat de Heer Bettink [t. a. p.] meedeelt over de roomsche zending onder de protestantsche kohls. Waar zouden wij beginnen en waar eindigen, indien wij bijv. uit een boek als Warneck's Protestantische Beleuchtung der römischen Angriffe auf die evangelische Heidenmission, en zyn andere werken, een uittreksel wilden maken dat al de listen en ook het aanwenden van geldelijke middelen bevatte, door roomsche geestelijken gebruikt, om heidenen of protestantsche bekeerlingen te winnen voor hun kerk.

De minister van Koloniën weet, wat nu de pastoor van Batavia doet, die op zijn kosten driemalen wekelijks jongelieden uit Meester Cornelis laat overkomen, die behooren tot de gemeente van de zendeling C. Albers, terwijl men meerdere jonge menschen naar Batavia

Stemmen v. W. en Vr. 1896. 68