844

DE REVUE DER SPORTEN.

UIT HET K.N.G. V.

MET DE HOLLANDSCHE TURNERS NAAR HET BELGISCHE BONDSFEEST.

Van een pessimist die gelijk had. — Een türnfeest zonder vrouwen. — De overwinnaars van Lyon aan het werk of hoe schitterend de Sokols turnden. - Een slechte Hollandsche demonstratie. —Wat onze vereenigingen presteerden. — Goede Italiaansche turners. — Van sombere oorlogsherinnaringen en mooie Amsterd. jongens.

— „Och," zei mijn goede vriend, de eeuwige pessimist, „als jelui turners naar België of Frankrijk gaan om aan internationale wedstrijden deel te nemen, dan komen jelui altijd terug met een prix d'honneur of een prix d'Excellence, ook al hebben jelui een figuur als modder geslagen"

Heelemaal ongelijk kon ik den braven man niet geven, al was uit den pessimistischen aard der zaak zijn stelling lichtelijk overdreven. Want inderdaad, als onze vereenigingen een toer naar België, Frankrijk of Zwitserland ondernemen voor het deelnemen aan een of ander turnfestijn, dan komen zij meestal terug met onderscheidingen als waarop mijn zwartgallige kameraad doelde, ook al was, werkelijk de prestatie niet van bijzonderen aard.

En toch is de oorzaak heel eenvoudig. In de genoemde landen immers kent men de club, die het hoogste puntenaantal behaalt, geen eersten prijs toe en de daarop volgende een tweeden enz. Men gaat daar eenigszins anders te werk. Iedere vereeniging, die 85 % van het maximum puntenaantal weet te verwerven, komt in aanmerking voor een prix d'honneur, terwijl de clubs, die minder punten krijgen, doch minstens 75 '/r van het maximum, een prix d'Excellence ontvangen.

Daardoor is het mogelijk, dat een vereeniging, die bijv. in een afdeeling geplaatst is waar vijftig clubs in mededingen, ook al komt zij als nummer vijftig aan, toch een prix d'Ecellence of zelfs een prix d'honneur kan behalen, als zij maar voldoende punten veroverd heeft.

Mijn pessimistische vriend had dus niet heelemaal ongelijk

—o—

Welke vijfduizend deelnamen.

Een geweldig aantal turners zijn in de dagen van 14 tot 17 Augustus naar Luik getogen om deel te nemen aan het 38ste Belgische Turnbondsfeest.

Naar schatting waren er zeker vijfduizend. Jammer genoeg waren de turnsters dezen keer niet van de partij; in België schijnt men de feesten en wedstrijden van deze twee categorieën te willen scheiden, gezien het feit, dat voor den volgenden zomer alweer een internationaal Vrouwenturnfeest aangekondigd is. Een zienswijze, die m.i. niet toe te juichen is. Wel kan het nut hebben uit technisch en organisatorisch oogpunt, doch de kleur van een festijn moet toch grootendeels van de veelgeprezen zwakkere (?) sekse komen. De charme en gratie, die er van de damesgymnastiek uitgaat, misten wij te Luik in niet geringe mate.

Over gebrek aan buitenlandsche belangstelling hebben onze Zuider-buren werkelijk niet te klagen gehad. Zoowel Tsjechen als een groot aantal Italianen hebben de verre reis naar het kleine België ondernomen, terwijl tevens vele Franschen, Luxemburgers en Hollanders onder de deelnemers waren. De Engelsche Turnbond had alleen eenige afgevaardigden gezonden.

De buitenlanders werden met buitengewone vriendelijkheid ontvangen; zij zullen zeker met genoegen op dit feest terugzien.

' —X)~ '

Van kunstturnen gesproken.

In ons landje hebben velen dikwijls den mond vol over kunstturnen, hoewel er in de laatste vijftien jaren hier geen turner te bekennen was, die aanspraak op dezen naam maken kon. De bevestiging hiervan hebben wij weer eens op de groote uitvoering van den Belgischen Turnbond gekregen, toen de ploeg van de Sokols gedemonstreerd heeft. De Belgen hadden de Tsjechen uitgenoodigd den ploeg te zenden, die het landentpurnooi van den Int. Turnbond, tijdens de laatste Pinksterdagen te Lyon gehouden, gewonnen heeft. En onmiddellijk werd aan deze uitnoodiging gevolg gegeven.

DE HOLLANDSCHE TURNERS IN BELGIË.

„Kracht en Vlugheid" uit Amsterdam tijdens den wedstrijd in vrije oefeningen.

Het turnen van de Tsjechische ploeg was zeker het glanspunt dezer feesten. Wat deze zeven prachtfilmers te zien gegeven hebben, grenst aan het wonderbaarlijke. Met groote soepelheid, met zekerheid, krachtig waar het noodig was en toch sierlijk, werden alle oefeningen uitgevoerd. Juist in die sierlijkheid zit het wonderbaarlijke. Want het waren om den drommel geen lichte, slanke figuurtjes, waaruit de ploeg bestond.

Zij tumden.met ontbloote armen, die door het in de open lucht turnen een gebronsde tint hadden. De indruk was hierdoor nog forscher. Eerst begonnen zij met paard-voltigeeren en onmiddellijk viel het op hoe lang de oefeningen waren; als wij op de tribune dachten, dat de oefening afgeloopen was, begonnen zij pas goed. En ook later aan hooge brug viel dat sterk op. Ook aan dat toestel gaven zij sublieme staaltjes van durf en behendigheid té zien, die de Hollandsche turners wel tot de conclusie deden komen, dat het bij ons op dit gebied nog niet veel zaaks is:

Na afloop van hun demonstratie werden zij met bloemen gehuldigd. Het duizendvoudige publiek bracht hun een ovatie; het enthousiasme was enorm...

—o—

Onze demonstratie. .

Alle buitenlanders waren in de gelegenheid een demonstratie te geven in vrije oefeningen en het mooist was die van ... de Franschen. Hoewel wij op dit gebied in ons land een stuk boven alle aanwezige naties uitsteken, was het turnen van de honderd Nederlandsche gymnasten ver van fraai. De Belgen vonden het prachtig, doch dat mag voor ons geen maatstaf zijn. Wij kunnen veel en veel beter.

Het zat hem hier weer in de oude fout. Men had te veel vertrouwen op de vereenigingsleiders en één of twee gezamenlijke repetities achterwege gelaten, met het gevolg, dat er niet'alleen veel fouten gemaakt werden, doch dat de op- en afmarsch ook onvoldoende verzorgd waren. Het geheel was slordig en kon ons — hoewel de indruk niet slecht was — maar matig bekoren.

De prachtige gelegenheid om het buitenland te laten zien wat wij op dit gebied presteéren, is weer jammerlijk verloren gegaan door lauwheid van „hoogerhand", hetgeen weinig goed doet aan den naam van het K.N.Q.V. —o—

Hollandsche successen^

Onze vereenigingen hebben tenminste onzen naam meer eer aangedaan: het is gegaan, zooals wij over het algemeen gedacht hadden. Met vrije- en gereedschapsoefeningen fraaie successen, met toestelturnen matige prestaties.

In de laatste wedstrijden brachten onze clubs, in de categorie, waarin met slechts zes turners mocht worden uitgekomen, het er nog 't beste af. Zij konden er weliswaar niet in slagen de Italianen te kloppen, doch achtereen-