SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN

CITItS

FORTI US

OLYMPISCH DAGBOEK

zijnde de Olympische en andere Berlijnsche ervaringen beleefd door TARTUFFE

VRIJDAG 31 JULI, jaar I der Xle Olympiade.

Nu zijn we terug van het luisterrijke feest van den heer G o e b b e I s. En hij sprak goed. Hij is propaganda-minister en dat wil hij wel weten ook. Hij steekt dat noch onder stoelen noch onder banken. Ook aan dezen disch niet. Wat ik hem niet kwalijk neem. het behoort tot 's mans taak en het was een verdienstelijk guitigheidje, dat hij het net deed voorkomen alsof hij juist heelemaal geen propaganda wilde maken en niets in die richting bedoelde! Er is goed gespeecht, ook door Victor 8 o /' n, de man, die op het oogenblik tegenover mij zit. Want ik maak deze notities op het Congres van den Wereldbond van Sportjournalisten, welk instituut een welluidend Franschen naam draagt. Mijn blocnote rust op den rechterschouder van mijn hoofdredacteur, die geduldig en geladen zit om, als dat moet, voor Nederland in de bres te springen. Het was een congres gelijk alle congressen, vervelend door hun belangrijkheid, belangrijk door de niet vervelende menschen, die er waren.

G é o A n d r é droeg het congres door een rake opmerking, zóó rechtuit, zóó weinig gecamoufleerd, maar zóó prachtig van opzet, dat wij er allemaal stil van werden. Hij zei, neen, hij bond het ons op het hart, om toch vooral er voor te waken, dat de sport in sommige landen — men kon een speld hooren vallen! — niet gebruikt, neen niet m / s bruikt zou worden voor politieke en militaire doeleinden. Hij ging zitten. Er was stilte; er was een sfeer van benauwenis. 8 o / n greep zijn glas water, dronk er iets uit, schonk er wat bij. De Duitschers schoven onrustig met hun stoelen. Er waren er, die kuchten. Ik zelf ging onge¬

motiveerd mijn neus snuiten. Toen toonde 8 o / n zich een voortreflijk voorzitter. Zijn aardige, frissche jongenskop had strak gestaan, terwijl André sprak, maar nu ontspande zich die strakheid plotseling tot een minzamen hoffelijken glimlach en zijn vriendelijke lippen ontplooiden charmant zijn mooie witte tanden. Hij begon André in hoffelijkheid iets te zeggen over diens Olympischen eed in 1924 in Parijs, over zijn Olympisch kampioenschap als hordenlooper en toen vouwden zich zijn handen over zijn buikje, hij leunde in zijn fauteuil en lachte den Franschman toe: „Maar meneer André, zou u het eigenlijk niet beter vinden, dat elk land dat nu maar voor zich zelf uitmaakte? Laten wij elkaar daarin niet gaan bedillen. Het zal heusch zoo erg niet worden. U ziet het hier, hoe mooi en hoe sportief alles gaat."

Toen hamerde hij een nieuw punt van de agenda ter tafel en Strengholt kwam Feith als bestuurslid vervangen. Nederland werd aangenomen als lid en na nog andere belangrijke agenda-punten gingen we genoeglijk dejeuneeren om 's middags weer met wat anders bezig te zijn. Want het is hier een gedraaf en gejaag in deze groote stad waar alles ver van elkaar afligt. Gij hebt daar, als ge uw kopje koffie drinkt voor American, geen idee van, maar als wij in het groote Stadion zitten en wij moeten naar den Herthaplatz, dan is dat een afstand in kilometers als van het Concertgebouw naar den Haarlemmerhout.

ZATERDAG I AUGUSTUS. Ik heb altijd respect gehad voor de Duitsche organistatie, maar dat respect is vandaag, nu ik het openingsfeest heb gezien, uitgegroeid en aangezwollen tot een vereerende bewondering. Het was geweldig. Gij hebt er van gelezen in ons vorig nummer, gij hebt er plaatjes van gezien in dat zelfde nummer. Gij hebt misschien ook wel een dagblad ingekeken. Gij weet dus alles. Wat mij 't meest ontroerd heeft was de fakkellooper, die daar plotseling kwam, van die Oosterpoort en het brandende licht langs zijn schouder torste, door het Stadion heen, het Olympisch vuur ontstekend ginds aan de overzijde.

En dan de gramofoonplaat met de stem van De Couberti.n. Hij sprak siechts een paar woorden, maar alle duizenden, die

hier zaten en de millioenen, die meeleven met dit feest, moeten wel met medelijden gedacht hebben aan dezen ouden man, die dezen noodlottigen ouden dag heeft.

ZONDAG 2 AUGUSTUS. Athletiek! Zit er hier heelemaal in. 's Morgens om half elf bij voo rwedst rijden 100.000 menschen! Komt in Holland ook, zegt Groothoff en hij begint aan zijn zestiende zijdje voor ons goede „Sport in Beeld". Ik heb bewondering voor hem en al die andere hardwerkende journalisten. Zelfs Mee r u m is bezig! En presteert zelfs iets ....

MAANDAG 3 AUGUSTUS. Nog steeds athletiek. Maar er gaan toch zoetjesaan ook andere dingen geschieden. De klemtoon wordt hier gelegd op Osendarp. En niet ten onrechte. Wij doen niemand te kort als wij hem van alle Nederlandsche deelnemers den grooten man noemen!

Vanmiddag een kijkje genomen in het Olympisch dorp. Karei Lo ts y was heesch en kreeg een Akkertje van zijn vriend Van La er, dewelke juist een conferentie had gehad met Van Ro s s e m Het is toch maar heerlijk die samenwerking en goede harmonie ....

DINSDAG 4 AUGUSTUS. Aardige voetbalwedstrijd gezien tusschen Italië en Amerika. Volkomen Olympische sfeer. De Italianen staken de tong uit tegen elkaar, tegen het publiek en tegen hun tegenstanders. Er werd maar één meneer het veld uitgestuurd. De scheidsrechter had ze even goed allemaal kunnen wegzenden.

Gij weet toch, deze spelen worden gespeeld in een geest van ridderlijkheid, tot roem van de natie! Als u het maar weet, en als u het maar onthouden wilt.

WOENSDAG 5 AUGUSTUS. Voor de tweede keer een Nederlander op het podium bij de Cérémonie Olympique Protocolaire. Weer Osendarp. U zult eens zien hoe of nu de athletiek een opzwaai gaat nemen, om het gymnastisch uit te drukken. Goede prestaties brengen een sport altijd naar voren. Zoo zal het ook hier gaan! En waar blijft de goede zakenman, die tevens goed sportman is, en die nu Nederland ook vergast op een wedstrijd van Osendarp met hem waardige tegenstanders?

DONDERDAG 6 AUGUSTUS. We worden allemaal moei. Hoven staat te schrijven in de perskamer. Mijn hoofdredacteur tikt deze copy, omdat ik er te beroerd voor ben. En ik bezweer u, ik heb géén kater. We hebben er hier geen tijd voor om er een te krijgen. Ik wilde gisteravond in de Ka ka du, een keurig nette tent, een exquis etablissement, maar ik kon er niet in. Er was geen plaats. Het C.I.O. zat er! Natuurlijk incognito. Maar ik ga het vanavond nog eens probeeren.

TARTUFFE.

8