94

De Zilveren Bal

tn ongena

Krijgt Sparta alle entreegelden?

Na 29 jaren van Zilveren Bal-wedtrijden, waarbij van Rotterdamsche zijde het bestaansrecht van dit Septembertournooi steeds geestdriftig verdedigd werd tegen jaloersche aanvallen van Amsterdamsche en andere zijde, zijn er dit jaar nieuwe en felle attaques geleverd op het goed-recht van dit openingstournooi, dat in den regel den eersten competitie Zondag in het Westen 'n weinig dwars zit. Bij de prijsuitreiking van den Arolbeker vond voorzitter Lamey van H.B.S. — 'n vereeniging die vrijwel alle 29 jaren aan het Zilveren Baltournooi heeft deelgenomen en dezen Zilveren Bal nog maar één keer moest winnen om hem definitief in eigendom te krijgen! — het noodig om uiteen te zetten waarom zijn club in het vervolg het Amsterdamsche openingstournooi boven het Rotterdamsche zou prefereeren. In hoeverre het noodig was om in het openbaar 'n aanval te doen op de Z.V.C, die daarbij niet tegenwoordig was en zich dus niet verdedigen kon, willen we in het midden laten; de aanval is gedaan en in H.B.S.s 'clubblad verduidelijkt voorzitter Lamey zijn woorden na de Arolbekerfinale nog eens op de volgende wijze:

„Bij het Aroltournooi heerscht de eenvoud, dien wij in onze voetbalbeweging zoozeer van noode hebben en die ons allen zoo uitermate prettig aandoet.

Voor alle spelers moet het tournooi wel zeer prettig en aangenaam zijn geweest, want ook het publiek op alle rangen bleek doordrongen van het feit, dat men hier speelde voor zijn genoegen, doch wat méér zegt: met genoegen.

Het is nu reeds twee jaren achtereen voorgekomen, dat het publiek te Rotterdam blijk geeft van weinig sportiviteit tegenover de bezoekende vereenigingen door de spelers in deze z.g. vriendschappelijke ontmoetingen te hoonen of met gras en steenen te gooien.

Dat de spelers er onder deze omstandigheden weinig voor gevoelen, hun medewerking aan deze wedstrijden te geven, is alleszins begrijpelijk.

De Zilveren Bal-commissie staat hiertegen blijkbaar machteloos, althans zij neemt geen afdoende maatregelen om zorg te dragen dat haar spelende gasten worden behandeld op een wijze, dat zij niet genoegen spelen.

Het voorgevallene met Feyenoord na den wedstrijd tegen Willem ii is hiervan opnieuw het bewijs.

Vandaar, dat wij een tournooi als om den A.R.O.L.-beker meer sportief vinden en voor onze opvattingen van amateurisme aangenamer.

Vandaar ook, dat ik daarop in Amsterdam de aandacht vestigde, hetgeen ik èn tegenover A.F.C. èn tegenover mijn eigen vereeniging verplicht was."

De insiders weten, dat de klacht over het amateurisme van de Z.V.C. ook betrekking heeft op de nog steeds onopgeloste kwestie: „waar blijven de entreegelden, die op de drie dagen van den Zilveren Bal ontvangen worden?" Het aantal toeschouwers uit de laatste

jaren mag men, voor de drie dagen van het tournooi tezamen, schatten op 45.000 en die vertegenwoordigen 'n stevig bedrag aan entreegelden. De ettelijke tienduizenden guldentjes, die de Z.V.C. overhoudt waar blijven ze?

Worden ze voor de liefdadigheid bestemd, zooals men jarenlang dacht ? Of waar blijven ze anders?

„In de kas van Sparta" wordt er gemompeld en Lamey heeft in zijn functie van lid der Alg. Verg. zelfs aan het N.V.B. bestuur gevraagd of deze veronderstelling juist is en of de Zilveren Balwedstrijden dus in werkelijkheid vermomde Spartawedstrijden zijn. Dat de baten van het Aroltournooi aan A.F. C. komen, weet men, daar komen de Roodhemden eerlijk voor uit, want de minieme recettes bij tweede klassevoetbalwedstrijden in de hoofdstad, waar Ajax en Blauw Wit de publieke belangstelling verdeelen, zijn niet in staat om 'n voetbalclub als A.F.C. financieel op de been te houden. Maar in Rotterdam is het anders en we kunnen ons voorstellen, dat de vereenigingen, die aan de Zilveren Balwedstrijden deelnemen, graag wel eens willen weten waar het geld blijft!

—o—

De financieele kwestie, die we hierboven aanroerden, is één van de bezwaren, die er tegen deze wedstrijdenserie gerezen zijn, hoe men ook over de traditie van dit tournooi moge denken, 'n Ander bezwaar, waarover voorzitter Lamey het had, is de onaangename houding van het Spangenpubliek, dat in H.B.S. en Feijenoord niet bepaald zijn favorieten vindt.

'n Speler van Feijenoord I schrijft daarover in „de Feijenoorder" naar aanleiding van het incident van Willem II-Feijenoord: „Het is elk jaar hetzelfde liedje. Hoewel het niet verstandig is je aan dergelijke toestanden te ergeren, kan het, evenals ditmaal, wel eens te bar worden, en dan vraag je jezelf in gemoede af of je nu werkelijk voor je pleizierjspeelt.

Het spijt mij te moeten constateeren dat m.i. delZ.V.C. aan bovengemeld incident eveneens schuld heeft, daar de ervaring haar toch wel zal hebben geleerd dat wij al meer last hebben ondervonden van lieden bij de kleedkamers. Indien ik mij tenminste goed herinner is hierover eenige jaren geleden door ons bestuur geklaagd, waarop de toezegging werd gedaan dat maatregelen Zouden worden getroffen om aan dezen onprettigen toestand een einde te maken. Dit is niet geschied, of althans niet afdoende. Er is maar één radicaal middel, n.1. om geen publiek op dat gedeelte van het terrein toe te laten.

Wij willen onmiddellijk aannemen dat Feyenoord, zooals de heer Van Hasselt zeide, bij de Zilveren Bal gaarne geziene gasten zijn, doch hij vertolkt hiermede de meening van de Z.V.C, doch geenszins de gevoelens van zeker 50% van het deze wedstrijden bezoekende publiek.

Ongetwijfeld zijn de verregaande onhebbelijkheden van het publiek grooten-

deels schuld aan het wegblijven van H.B.S., daar het toch algemeen bekend is, dat ook de H.B.S.-spelers in dit opzicht heel wat te verduren hebben gehad.

Ook voor ons bestuur is er maar een oplossing, en wel om in het vervolg voor de Zilveren Bal-wedstrijden niet meer in te schrijven. Ik weet zeker, dat dit de meening is van het geheele eerste elftal van Feijenoord."

De clubs worden ontevreden, vaste klanten als D.F.C H.V.V. en H.B.S. ontbraken dit jaar voor het eerst op het appèl — 'n veeg teeken! — zou ook het publiek genoeg krijgen van deze wedstrijden? Ontegenzeggelijk viel de belangstelling bij de finale tegen, hoewel dat nog wel 'n plaatselijke ontmoeting Sparta-Excelsior was. De wedstrijden verliezen o.i. bedenkelijk in populariteit, de eer om den Zilveren Bal te winnen met tegenstanders van klinkenden naam is veel verminderd, het is 'n serietje aardige oefenwedstrijden van 'n bepaald aantal clubs, maar als de competitie veertien dagen aan den gang is, weet het publiek al niet eens meer wie den Zilveren Bal gewonnen heeft, terwijl vroeger de winnaar ook in de competitie de aandacht op zich gevestigd hield.

Zonder deelneming van D.F.C, H. V.V. en H.B.S. en met deelneming van Fortuna, Xerxes en P.E.C is het tournooi in belang verminderd; het aantal minder goede clubs neemt toe, maar de beste clubs uit het land nemen niet meer deel. 'n Finale Ajax-Willem II als in 1916, toen deze Amsterdamsche en deze Tilburgsche club de beide sterkste van het land vormden, krijgt men niet weer, de sterkste clubs buiten Rotterdam ontbreken. Dit jaar was o.i. het Aroltournooi, waar Noord (Be Quick), Oost (Z.A.C), Zuid (N.A.C.) en West (Blauw Wit en H.B.S.) elkaar ontmoetten.

Waarom kan de Z.V.C niet meer de sterkste clubs uit ons land — niet alleen uit het Westen! — in Rotterdam bijeenbrengen: uit het Zuiden dan behalve Willem II ook P.S.V. of N.A.C, uit het Oosten behalve P.E.C en Heracles ook Go Ahead, Z.A.C. of A.G.O.V.V., uit het Noorden Be Ouick of Velocitas, dan zou men met de beste westelijke vertegenwoordigers 'n tournooi krijgen, dat voor de T.C belangwekkender zou kunnen worden dan de over het algemeen weinig beduidende keurwedstrijden. In vroeger jaren waren Go Ahead, Be Ouick en Vitesse de representanten uit het Oosten, thans missen we de sterkste clubs uit de provincie: van de dertien eerste en tweede klassers, die dit jaar deelnamen, kwamen er zeven uit Rotterdam of naaste omgeving, toch niet alleen om de supporters van die clubs naar Spangen te krijgen?

Wanneer de Zilveren Voetbal Commissie haar plaats onder de zon wil behouden, waarop de traditie haar t recht geeft, dan dient ze voor 'n sterker bezetting van het tournooi te zorgen, dan alleen zal de Z.V.C haar ouden roem gestand blijven en dan alleen zal Rotterdam, nu Amsterdam alle interlandwedstrijden bezit, in het dertigste jaar ('n jubileum!) van de Zilveren Balwedstrijden weer een jaarhjksch voetbaltoumooi van den eersten rang krijgen, zooals we dat van vroeger gewoon waren voordat de Zilveren Balwedstrijden in verval gekomen waren?

M. J. Adriani Engels,