Voorbereidingen voor

„ , , , , .miiiiim > m iiimmmmmmi.mmi «i.mmmmii

het Internationaal Gymnastiek^

, .>...». i « ■ '""» """ ' """""""""

te Luxemburg in 1930

Zwitserland Komt niet ujjU

Melchior Wezel zal onze kmrturners trainen Pqgingenjot r^^fingj^J^talgerrwenpeü

De plannen van het K.N.G.V. De Technische Commissie van het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek Verbond blijkt niet stil te zitten. Integendeel ! Nu ons land op 't oogenbhk een groep turners bezit, zooals we die sedert twintig jaar niet gehad hebben, wordt ernaar gestreefd de capaciteiten van dit materiaal en van een groote schare aankomende krachten gestadig nog hooger op te voeren.

Het behoeft daarbij bijna geen betoog, dat als middel om daartoe te kunnen geraken weer het oog is gevallen op Zwitserland, dat tijdens de Olympische Spelen te Amsterdam op het turnkampioenschap beslag legde. Immers in 1926 kwam de Zwitser Miez naar ons land om de leiding van een aantal keurturnersafdeelingen op zich te nemen. In 1927 vergezelde hem zijn clubgenoot en jeugdvriend Wezel. En beide keeren deed men hiermede uitstekende ervaringen op: de resultaten van verschillende tournooien wezen duidelijk uit, dat het werk der Zwitsers een uitstekenden invloed had gehad op de prestaties van onze turners en dat bij moeilijke oefenstof veel minder dan vroeger gerisqueerd behoefde te worden. Het is dan ook uitsluitend aan deze twee Zwitsers te danken geweest, dat een geweldige verruiming in het technische inzicht der Hollandsche gymnasten kon worden waargenomen.

Hier bleek maar weer eens duidelijk welk een buitengewoon goede instructeurs Zwitserland bezit, dat bovendien het voorrecht heeft zooveel turners van goed gehalte onder haar bevolking te tellen, die de kunst verstaan hun eigen talenten op anderen over te brengen.

De Zwitsersche instructeurs. Bovendien vormen de Zwitsers een leergraag volk, hetwelk o.m. tijdens de Olympische Spelen tot uiting kwam. Deze eigenschap stelde hen in staat om 'n achterstand bij het buitenland in te halen en wel ie: bij het ringenturnen, op welk gebied men te Parijs in 1924 een flink eind ten achter stond — bij een Zwitsersch bondsfeest is wel een ringenstel aanwezig, maar bijna uitsluitend ten dienste der buitenlanders — welk verschil men vier jaar later evenwel nagenoeg bleek weggewerkt te hebben, en 2e: bij het tremplin-paardspringen, welk nummer verleden jaar op het programma der O.S. was geplaatst.

De Zwitsers, die dit onderdeel nog nimmer beoefend hadden, keken er eerst wat vreemd tegen aan, maar al gauw spraken zij glimlachend: „Dat moeten wij dan óók maar leeren!" En het resultaat was verrassend: kampioenspringer werd.... de Zwitser Mack uit Bazel, die 28.75 pnt. behaalde, terwijl het

maximum aantal punten op dit nummer 30 bedroeg! Sprak deze even onverwachte als schitterende overwinning niet boekdeelen vor r het verstand der Zwitsers ?

RONDA, M.V.V.'s populaire voorhoedespeler, speelde vorige week zijn laatsten wedstrijd voor zijn club.

Melchior Wezel naar ons land.

Er waren dus redenen te over, welke de T.C. van het K.N.G.V. er toe leidden om zich tot den Zwitserschen Turnbond te wenden met het verzoek ook dit jaar weer één van zijn leden naar Holland te doen overkomen, daar tal van aanvragen van diverse keurturnersafdeelingen waren binnengekomen.

Wegens studieredenen is de op 't oogenbhk te Genève wonende Miez echter verhinderd om dit jaar hier zijn

talenten ten toon te spreiden. Dus

werd Melchior Wezel uit Toss, momenteel woonachtig te Lausanne, door den Zwitserschen Turn Bond aangewezen om onze jongens bij het keurwerk te komen leiden.

Bij de Olympische Spelen in 1928 werd Wezel van de 88 deelnemers: nr. 11 in het algemeen klassement: 240.875 pnt. (de kampioen behaalde 247-5° P-); nr. 7 bij het paardturnen: 54-75 P(de kampioen behaalde 59-25 P-); nr. 5 bij het brugturnen: 53.50 p.

(de kampioen behaalde 56.50 p.); nr. 10 bij het paardspringen: 27.375 P(de kampioen behaalde 28.75 p.J. In dezen zomer behaalde Wezel op verschillende Zwitsersche Kantonal Kunstturnfeste den eersten prijs, o.a. te Solothurn.

De taak, welk hem hier wacht. Naar alle waarschijnlijkheid zal Wezel van de tweede helft van September tot

95

de tweede helft van December in ons land vertoeven om zes avonden per week in verschillende plaatsen keurturnersploegen „onder handen" te nemen. Als taak wacht hem dezen winter onder meer: verheffing van het algemeen peil en het speciaal aandacht wijden aan en het trainen van ons aankomend turnmateriaal om onze T.C. in de gelegenheid te stellen tot het afvaardigen van een goede ploeg naar het internationaal landen-tournooi, dat in Augustus 1930 te Luxemburg wordt gehouden en om de twee jaar uitgeschreven wordt door den Internationalen Turn Bond.

Laatstgenoemde organisatie beheerscht de internationale turnmarkt; Frankrijk, Italië, Tsjecho-Slowakije en Yoego Slavië zijn de toon aangevende landen die vooral veel werk maken van krachtoefeningen. Wanneer wij op zoo'ntournooi mee willen doen, moeten wij met de laatste dus op de hoogte zijn. W Hen wij kans maken op eemg succesje, dan moeten wij allereerst het programma meester zijn. Daartoe zu len onzf jongens bij hun komende ernstige training met oordeel en verstand te werk moeten gaan.

F.en zeer zwaar programma. Dit programma voor Luxemburg is buitengewoon zwaar, daar het met alleen toestel-gymnastiek bevat, maar ook vier athletiek-onderdeelen en---' klimmen (uit zittende houding, hakken van den grond, acht Meter klimmen!), het stokpaardje van de Franschen.

Vermeldde het programma der Olympische Spelen te Amsterdam: vrije oefeningen, acht toestel-oefeningen (vier voorgeschreven en vier naar keuze) en twee paardsprongen, dat van het tournooi in 't komende jaar ziet er als volgt uit: twee vrije oefeningen, acht toesteloefeningen (waarvan de vier voorgeschreven wellicht nog zwaarder zullen zijn dan die in '28); 100 M. hardloopen, verspringen, tweehandig kogelstooten,

polsstokhoogspringen en

Op dit lijvige programma hebben de Zwitsers, die van oordeel Zijn, dat het den deelnemers aan alle kanten moeilijk wordt gemaakt, bedankt na m zeer scherpe bewoordingen hun afkeuring te kennen te hebben gegeven en zelts met uittreding uit den Intern, lurn Bond te hebben gedreigd. De Zwitsersche leiders zijn van meening, dat op die wijze, welke zwakkere landen vanzelt uitschakelt, het een onder het ander moet lijden en dat tenslotte de opdracht en hét programma te zwaar en te omvangrijk worden. volmoedl

De Ned. turners zijn echter vol moed en zullen alles op alles zetten om aan de zware eischen te kunnen voldoen. Natuurlijk zal nog een m°«hjkheid vormen het vinden van een geschikte oeCgelegenheid - daar voor zulk een perogomma een zaal met aangrenzend terrein vereischt wordt — maar onze

voo—^'metS°TeTwltdit°a°an' twijfelen er niet aan of ook wat dit aan, 2Iat zal wel een weg gevonden worden.

Laten wij het hopen, opdat ons land in hetinternationaal treffen volgend jaar behoorlijk voor den dag zal kunnen komen. In ieder geval mag stellig verwacht worden, dat het algemeen pei van geoefendheid weer opgevoerd zal worden. En ook dat zou al weer een flinke stap in de goede richting beteekenen. harry STEMpELS>