210

ONTSTAAN DER WADDEN.

hechting van Ameland aan den vasten wal en daarmede gepaard drooglegging van het Friesche Wad, dan, behoef ik het te zeggen, is er reeds veel gewonnen. Meer dan tal van andere is deze kwestie eene vraag van den dag. En de oplossing? Die za stellig eenmaal komen en wellicht spoediger dan menigeen denkt, Moge dit opstel als eene zeer bescheidene poging in die richting aangemerkt worden.

Er is een tijd geweest, dat niet alleen Ameland en Schiermonnikoog, maar ook de overige Noordzee-eilanden in de naprjheid van onze kust met het vaste land tot één geheel verbonden waren Verschillende oorzaken, o.a. het gedeeltelijk wegslaan der duinen de uitmonding van breede stroomen, waardoor het zeewater gelegenheid werd aangeboden diep landwaarts intedringen, het niet beveiligen der kust door dijken, enz., werkten er krachtig toe mede, dat reeds in het begin van onze jaartelling onderscheidene waddeneilanden het aanzijn ontvingen i). Daaronder behoorden ook Ameland en Schiermonnikoog. Eene watervlakte, wel is waar zeer ondiep, maar toch diep genoeg om de scheepvaart niet geheel uittesluiten, wij weten immers dat de Romeinscne legeraanvoerders Germanicus en Vitellius door springvloed en storm een groot gedeelte van hunne vloot op de Wadden verloren3) scheidde voortaan de smalle eilanden van de lage, alluviale noordelijke kust. Het zal wel niet opzettelijk behoeven herinnerd te worden, dat de Wadden van heden eerst langzamerhand hunne groote uitgebreidheid erlangden. Bekend toch is, dat Ameland en Terschelling eeuwen vereenigd bleven en dat zelfs noo- in de twaalfde eeuw gelegenheid bestond om zich langs een dijk van Ameland naar het dorp Anjum te begeven. ») Na dien tiid werd het Wad steeds grooter. Het vaste land leed daaronder wel het meest, maar ook de beide eilanden namen van lieverlede den langwerpigen vorm aan, waardoor zij zich, met Vlieland, Terschelling enz nog heden ten dage kenmerkend onderscheiden. Ik noemde de Wadden ondiep en kom daar nog even op terug om terloops optehelderen wat men eigenlijk onder den naam Wadden heeft te verstaan. Onderzoekingen van regeeringswege ingesteld en onderscheidene malen ook door particuliere belanghebbenden verricht hebben geleerd, dat schepen van meerderen diepgang dan vier voet de Wadden niet kunnen bevaren. Bij eb is een groot

i) Zie Dr. H. Blink, Nederland en zijn Bewoners, en Tegenw. Staat van

Kf het verbreeden der stroomen, wordt o.a. medegedeeld door Ephorus, Grieksch historieschrijver, omstreeks 340 v. Chr. Over de scheepstochten der Romeinen vermeldt vooral Tacitus nadere bijzonderheden

T Dr. J. G. Ottema, Redevoering over het ontstaan der Zuiderzee, in het tijdschrift De Vrije Fries, dl. IV, 2e H.'228.