— 4 -

jongen datum. De Eerwaarde Heer Eubbinus de Moor geleidde ons na de H. Mis naar zijne woning; hij is de broeder van pastoor Andreas te Antwerpen, die aldaar zijn standplaats heeft en tevens landdeken is. Het convent van de Franciscanen op den Burg, dicht bij de stad, zijn we niet gaan bezichtigen. Na het ontbijt reisden we af naar Roermond. "Wij reden voorbij het kasteel van Horn, gelegen op een halve mijl afstand van de stad. Onder Horn behooren meerdere dorpen met den grafelijken rechtstitel. (1) Wij passeerden mede per rijtuig de Oude Maas en daarna ook de rivier de Roer (2) Den grooteren Maasarm staken we echter over met de veerpont, 's Middags omstreeks één uur waren we in het College. Pater Henschenius was ons voorafgegaan. Hij was op ongeveer een mijl afstand van de stad uit het rijtuig gestegen, om het overige gedeelte van den weg te voet af te leggen. Met groote hartelijkheid werden allen door pater Rector d'Abreu (3) ontvangen. Pater Bollandus voelde zich ernstig onpasselijk, doordat bij zijne vroegere ongesteldheid nog een onderlijfsziekte kwam. Na het middagmaal bezichtigde ik het College, 't Is voor onze behoeften vrij doelmatig ingericht, 't Beslaat om zoo te zeggen een vierhoek, waar van ééne zijde gelegen is vlak aan eene nette, tamelijk fraaie kerk. Zeer oud kan men ze niet noemen, ofschoon ze voorheen samen met het College toebehoord heeft aan de Reguliere Kanunniken. (4) Dezen gaven vervolgens het gebouw aan den Bisschop voor woning, toen het onbezet lag.

De Bisschop stond het aan de Sociëteit af in ruil tegen een huis door ons gebouwd, dat voor hem meer geriefelijk was ingericht.

De klassen voor tweehonderdvijftig studenten heb ik ook gezien. (5) Na het avondmaal had de voetwassching plaats. Mij bewees pater Mare dien liefdedienst; anderen deden hetzelfde voor de metgezellen.

Maandag 26 Juli. Op den feestdag van Sinte Anna heb ik de H. Mis gelezen in plaats van frater Joachim Norbertus. Hij moest op dien datum zijne stellingen verdedigen in