Stevensweert en de oorkonde uit de jaren 807—812 l\

Door Dr. J. S. van Veen.

De in den titel genoemde oorkonde behelst eenen uitvoerigen inventaris, die bij de door Karei den Groote gelaste algemeene opneming2) van de kerken in zijn rijk was opgemaakt. Daarin is sprake van de aan St. Michael gewijde kerk te Staphinsere. Deze naam heeft twijfel gewekt, of daaronder al dan niet Stevensweert te verstaan is. Sloet zegt in de noot achter de oorkonde hierover:

„Pertz, Monum. Leg. I, p. 148, die de uitgave van Eckhart met het oorspronkelijke heeft vergeleken, deelt mede, dat door eene scheur de naam der plaats ook gelezen kan worden Staphinseie, en verstaat er onder Staffeisee 3) in het bisdom Augsburg, waar, volgens Monumenta Boica VI, p. 83, Lantfridus een klooster ter eere van S. Michael stichtte. Eckhart (Comment. de rebus Franciae orientalis II, pag. 902), Alberdingk Thijm (Karei de Groote, blz. 292) en anderen houden het er voor, dat hier Stephansweerd of meer bepaald het daarbij gelegen klooster St. Joost wordt bedoeld."

De heeren Eversen en Meulleners laten zich in hun werk* „De Limburgsche gemeentewapens (1899) min of meer voorzichtig uit: „Baron Sloet meent, dat de inventarisatie betreffend de kerk van St. Michael op het eiland Staphinsere doelt op Stevensweert. Doch waarschijnlijk ten onrechte." Ik zoude in plaats van „waarschijnlijk" willen zeggen ongetwijfeld -en wel op de volgende gronden:

1) Sloet, Oorkondenboek, No. 26.

2) De inhoudsopgave der oorkonde heeft bij vergissing (drukfout) „opening" in plaats van „opneming". Dit woord is gedachteloos in vele latere boeken overgenomen.

3) Ik houd dit voor eene drukfout voor Staffeisee, den naam van een meertje in Zuid-Beyeren, tusschen Weilheim en Partenkirchen.