_ ? —

Mevrouw.

Heuglijk is voorzeker dit oogenblik, waarop het ons gegeven is Uwe Majesteit te begroeten bij den ingang van dit kerkgebouw, dat in den grijzen voortijd door de roemruchtige voorvaderen van Uwe Majesteit ter eere van den Koning der Koningen werd opgericht, en waarin het dankbare nageslacht het gebeente dier vorstelijke stichters gedurende zeven eeuwen tot op den huidigen dag in eere bewaard en met luister omringd heeft.

Het was eveneens een heuglijk en heilspellend oogenblik, toen vóór zevenhonderd jaar dit huis door Uwer Majesteits voorgeslacht den Heere werd toegewijd.

Ongetwijfeld heeft toen de Almachtige met welgevallen neergezien op dat vorstelijk pronkstuk; ongetwijfeld heeft Hij toen gewild, dat het de eeuwen zou tarten en in den loop der tijden, maar vooral op den huidigen dag, een beeld, een treffend beeld en als een palladium zou wezen van den duur, den groei en den bloei van Uwer Majesteits doorluchtig Stamhuis.

Inderdaad dat was het in het verleden, dat is het heden.

Immers menige storm heeft in het eeuwen tellend verleden dit luisterrijk kunstgewrocht omloeid, evenals in de lange reeks der vervlogen eeuwen menige storm is heengevaren over het doorluchtig Huis der Nassouwen.

Maar zoo min als het noodweer ooit de grondslagen van dit kerkgebouw kon doen schudden en wankelen, evenmin vermocht het barnen der tijden den alouden Stam van Nassau en Oranje te ontwortelen of Zijnen groei en bloei te stuiten.

En evenals deze kerk, een vorstin onder de kerken van Nederland, in onze dagen het stof der eeuwen heeft afgeschud, en thans hare fiere koepelkroon boven deze landouwen verheft, als eene jeugdige, met vorstelijken luister omzwierde Koningin, evenzoo aanschouwen en vereeren wij in de persoon Uwer Majesteit, de doorluchtige.nakomelinge van het eeuwenheugend Huis van Oranje-Nassau,