4S

Waarom ? Niemand wist het!

Hier ligt een verdienstelijk, dankbaar arbeidsveld voor de folkloristen, en onder hen tel ik het Provinciaal Genootschap „Limburg" niet als de minste. En 'n eeresaluut aan de Heeren Hoens en Krekelberg, die reeds jaren hun welversneden pennen in dien dienst hebben gebruikt. Hun een woord van hulde !

Aan de hand van Prof. Dr Jos. Schrijnen's zeer gewaardeerd werk „Nederlandsche Volkskunde," van H. Welters'„Feesten, Zeden, Gebruiken en Spreekwoorden" en in gezelschap van de Heeren Hoens en Krekelberg trekke men het land door, overal vergaderingen beleggende, en verklaren het „wat", het „waarom" en het „waar van daan".

Dan zullen ze in Nieuwstadt en Obbicht niet alleen, maar ook in andere plaatsen niet staan met den mond vol tanden, als hun wordt gevraagd naar de beteekenis en den zin van wat zij nu doen alleen omdat ze het „allenei zoo" deden en het niet anders gezien hebben.

Dan zullen ook de „vreemden" komen en gemakkelijk bekeerd worden om in die oude instellingen iets meer te zien dan „flauwe kul". En aldus opmerkzaam gemaakt op den oorsprong en de beteekenis van een en ander, zullen zij dat begrijpen en het waardeeren in den Limburger, dat hij zoo vast houdt aan deze oude instellingen.

Met „Neerlands Volksleven", het grootsch opgezette Nationaal folkloristische film-epos van den Heer D. J. Van der Ven is reeds eene belangrijke stap in die richting gedaan, en ik hoop van harte, dat hij er met hetzelfde succes in zal slagen die lente te laten volgen door een zomer, den herfst en den winter. Zijn succes is ook Limburgs succes, daar ik met dankbaarheid constateer, welk eene groote plaats hij heeft ingeruimd aan onze provincie.

* * *

Men vergete toch niet, dat niets in staat is den volksaard beter te bewaren, zelfs bij eene massa-invasie van