— in¬

wateren der Maas verzwolgen hun. De toren wordt daarna aan de Oostzijde opgebouwd en als koor gebruikt. Daarna is het kerkje in onzen tijd hersteld, aan de Maaszijde vergroot, waardoor het koor weer naar het Oosten gewend kon worden.

Bij deze uitbreiding had men gelegenheid, om alles wat daar uit vroegere eeuwen verborgen lag, bloot te leggen.

Het Zuider gedeelte van het plateform verborg vijf meter onder het bovenvlak een bemuurd vierkant, overeenkomende met de tegenwoordige bemuring, maar met vier torens van vier meter middellijn op de hoeken. Waar nu het Koor boven de Crypte staat, dus op de oude plaats van den verdronken toren, lagen zes troggraven of sarcophagen, een half meter hoog verheven boven het oevervlak. Wat buiten die graven lag, was volgens eene volksoverlevering, ongewijd ; in een troggraf werd een mes met een ivoren hecht gevonden, zoo één, als bij het sluiten van koop door den verkooper aan den kooper ten overstaan der schepenen gegeven werd. De grafplaats, oudtijds onder den eersten toren, wordt als het familiegraf der van Asselt's beschouwd. Binnen dat boven beschreven, verdedigbare vierkant of fort, zooals wij het zouden kunnen noemen, of de tolhuisplaats, lag ook het breedste gedeelte van het schip en der Kerk.

De Noorder en Zuider binnenmuren, waren door drie ruwe kolommen, waarop twee overspannende rondbogen in twee vakken verdeeld, die met losser metselwerk gevuld waren ; dat viel er bij ontblooting uit. Hier dolf men ook een lanspunt op. Buiten het fort lag naar den Oost- of dorpskant een smaller gedeelte van het schip, waarin eene oeroude platte zoldering gelegen heeft.

Aldus kon men de in muren gevatte hoogte splitsen in een alleroudst Oostelijk vierkant door torens versterkt gedeelte en een jonger stuk, dat naar het westen gericht nu nog met een ovale muur afgesloten is.

Om het Kerkje heeft men de Asselter dooden ter ruste gelegd.