Bestek voor het herstellen van een brug te Roermond in het jaar 1673.

Uit het Roermondsche Gemeentearchief overgenomen.

i^7$$dl n 15 artikelen worden hier door den magistraat |p 1|| van Roermond voorschriften gegeven voor den Ül lil aannemer, die met het maken van een brug w$&\ zal worden belast. Het is niet onwaarschijnlijk, dat deze brug lag op de plaats waar nu de Roode Brug ligt, ook omdat van „een brugge op den dijck" wordt gesproken.

Een teekenende bijzonderheid geeft artikel 10; daar wordt voorgeschreven om „d'arcke" (de eigenlijke fundeering van de brug) zoo laag te leggen, dat deze bij hoogen of lagen waterstand altijd onder water kan blijven. Dit komt overeen met de huidige „voorschriften", die bepalen, dat het hout van de fundeering onder bouwwerken altijd moet liggen beneden den laagsten zomerwaterstand.

Artikel 13 stelt de boeten vast en in het 14e artikel wordt gesproken van „mijnen". In plaats van de tegenwoordige biljetten van inschrijving werd dus afgemijnd, zooals dat bij verkoopingen geschiedt.

Het eigenlijke bestek wordt gevolgd door een verklaring, die men nu proces-verbaal van aanbesteding zou noemen en waarbij borgstelling in onroerende goederen wordt voorgeschreven.

Het origineel (waarschijnlijk een minuut) komt voor in het Roermondsche archief, omslag 33, N° 34 dd. 30 Juli 1673, is haastig en slordig geschreven met verschillende