- 73 —

eeuw een nieuwe troon voor het beeldje gemaakt. Tot verfraaiing van altaar en troon schonken verschillende ingezetenen ruime giften. Op de achterzijde van het troonaltaar leest men: St. Maria, Bid voor vader -4- 18 14/1 76, moeder + 18 21/4 60en voor ons allen, Lamb. Poels; Vader en Moeder waren Johannes Poels en Wilhelmina Janssen. In de Meimaand van 1896, zegt pastoor J. M. Janssen, waren om den troon van het beeld 42 zilveren exvoto's gehangen in den vorm van harten, armen, beenen, een paar schapen, een paard; één met de afbeelding van Sint Jan. De volgende opschriften stonden er op: 1. A. Paulsen, Keizer op een Keizersster van het O. L. Vr. Gilde; 2. H. Maria, bidt voor mij; 3. W. van der Linden, geb. Brungs, Venray, Mei 1880; 4. Maria, troosteres der bedrukten; 5. H. Hart van Maria, bid voor ons; 6. Hulde aan O. L. Vr. van Oostrum, Juni 1893 A

De kelk der kapel draagt het opschrift X Maria X Capelle X Osterum X Anno 1616. — De tweede kelk heeft geen opschrift.

De klok was zeer oud. Ze dateerde van 1392 — men twijfelt, of ze oorspronkelijk wel voor Oostrum gegoten was. Ze mat 75 cM. in doorsnede en droeg tot opschrift: X Anno Domini MCCCCXCII mensis Septembris X iCÜ heys Maria Magdalena.

Maar in 1663 was de klok gebarsten en ging men ze hergieten. De nieuwe werd St. Catharina genaamd. De peter bij de klokkenwijding was Hendrik op de Blackt, de meters Elisabeth aan de Meulen en Oatharina Coppen. In 1815 was deze klok weer gebarsten, want ze werd toen weer hergoten door Henricus Petit te Aarle-Rixtel en weegt 330 pond of 165 kilo. Ze kostte alles te zamen f 104.40.

Het orgel is omstreeks 1740 in de kapel gekomen. Vóór dien tijd wordt er inde rekeningen niet van gesproken. Het stond onder den toren, werd later verplaatst, maar dan weder teruggezet. Een zuster uit het nabijgelegen klooster bespeelde het orgel onder de diensten.

Voor het spelen en zingen onder de Mis ontving ze telken male een schelling, de orgeltrapper één stuiver. Later