— 75 —

naar Oostrum; ook zoo in Mei, de congregatie der jonge* dochters van Venray, terwijl de processie van Eindhoven naar Kevelaer, na te Venray overnacht te hebben, naar Oostrum gaat.

De kosterij, tevens schoolhuis, lag te Oostrum naast den toren. De schoolmeester had niet veel leerlingen, schreef een fraaie hand, maar was tevens wolspinner, wat nu niet erg in het belang der leerlingen geweest zal zijn. Hij gaf les in lezen, schrijven en rekenen. Wie meer wilde leeren, moest naar de Venraysche school of naar het Gymnasium aldaar, dat goed bekend stond.

In 1645 met Nieuwjaar, waren er te Oostrum 23 scholieren, in 1646 bij het begin des jaars 11. Ieder leerling betaalde 40 stuivers schoolgeld per jaar. Een A B-boek kostte 11 stuiver 1 oortje; een katechismus 3 stuiver.

In den Belgischen tijd kreeg de schoolmeester 50 francs salaris en f 2.52 per leerling in het jaar. Er waren toen 36 jongens en 33 meisjes op school, waaruit blijkt, dat de bevolking toegenomen was.

Wij moeten hier nog wijzen op het schoone schilderij, dat sinds 1865 in de kapel hangt en geschilderd is door Jan Adriaan van der Drift. Het tafereel is 1 Meter 50 c.M. breed en 1 Meter hoog en stelt de kapel en omtrek voor met eene Meijerijsche processie. Jan Adriaan van der Drift werd geboren te 's-Gravenhage in 1808. In 1867 werden door de firma Nicolas te Roermond twee gebrandschilderde vensters geplaatst, die f 500 kostten.

In 1869 werden nog zes nieuwe vensters van dezelfde firma geplaatst, geschonken door de familie Ramaekers te Horst.

In 1874 kwamen er nog twee nieuwe vensters bij.

De kapel was twee jaar te voren geschilderd door Louis Custers.

Thans moeten wij nog hetOostrumsche klooster gedenken.

Ridder Jan van Broeckhuysen stichtte bij testament van 15 Mei 1450 te Oostrum een klooster voor Augustinessen op zijn grond „juxta Capellam in villa de Oestrum", naast de kapel in 't dorp Oostrum. Daar de zusters geen eigen