verloren schaap, luc. XV: 3—7' 5

dat men fommïge woorden in dezelve dikwerf uit deze laatften moet verklaren, zonder te onderzoeken, of zulke denkbeelden waar of valsch waren.

In deze gelijkenis ligt deze les voor ons, vooral voor den Leeraar: Hu onttrekke zich niet, wil hij merdchen tot deugd opleiden, aan zulken, welke men algemeen voor flechte Itervelingen houdt: o neen! door zijn gedrag en verkeering kan hij dikwijls zeer veel ter verber winnen. — Bij eenen openlijken zondaar, die niet veritokt is, kan meer uitgevoerd worden, dan bij hem, die, door dwaze eigenliefde verblind, zich voor eenen braven houdt, fchoon zijn hart aan vele flechtigheden fchuldig zij.

bibliophilus.

over verbrandingen, en het eenige zekere middel, om dezelve, in wat graad ook, spoedig en zonder pijn te genezen.

Van den Heer k. h. dzondi, Hoogleeraar in de

Genees- en Heelkunde te Halle.

Het middel, hier aanbevolen, is nieuw noch onbekend; maar het gelijkt aan eenen ruwen diamant onder eenen hoop van geflepene glasfeherven. Het wordt in de Heelkundige leerboeken onder de middelen bij het branden mede opgeteld, onder menigerlei vormen hier en daar toegepast, maar op eene niet zeer doelmatige wijze, en daarom met edn gering gevolg. Het wordt daarom miskend en weinig geacht, en evenwel is het het eerfte , grootfte, werkzaamfte, ja eemga middel, hetwelk aan de vreesfelijkfte gevolgen van het branden met zulk eene kracht, en zoo algemeen palen fteludat wij tegen geen ligchamelyk onheil zulk^een algemeen toereikend, gemakkelijk, fpoedig en goedkoop Bnddel hebben, als tegen het branden, indien hetzelve A 3 aou'